1571 april 25

Goyardt Loeff en Jan van Hedel, scepenen in Shartogenbossche, oorkonden dat Prelaten, Edelen en Steden, representerende de drie staten slants van Brabandt, aan heer Geerit, zoon van wijlen Adriaen Bernart, priester, en aan Catharina, dochter van wijlen Everardt van Wyntelre, hadden verkocht een erfrente van 12 carolus gulden en 10 stuiver. Geerit is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan heer Christianen van Schyndel, priester en beneficiant van de Sint-Jan, ten gunste van Catharina, zijn vruchtgebruik opgedragen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1113

1572 januari 23

int jaer ons Heeren dusent vyffhondert tuue ende tsoeventich den XXIII januarij nae scryven van Gheeffen

Rymbert Peters Rutger Henrix, Dielis Henrix, Bartholomeus Joest Thomas, Ghyesbert Jan Ghylen en Jan Loeyen, schepenen in Gheffen, oorkonden dat in het geschil tussen heer Jan vanden Straten, eertijds pastoor tot Gheeffen, nu kanunnik in Den Bosch, en Jacop Peters, schout tot Gheeffen, betreffende een eik en een halve sloot tussen hun beider erfgoederen de partijen overeengekomen zijn dat de sloot voor de helft eigendom zal zijn van beide partijen en dat zij elkaar zullen helpen bij het graven en bij het uitdiepen aarde aan beide kant van de sloot zullen gooien.
Zegel: zwaar beschadigd.
Nummer: 1114

1572 april 16

int jaer ons Heren duysent vyffhondert twee ende tzeventich den sesthiensten aprilis

Peter Lambertsen en Jan Lambertszoen, schepenen inder heerlycheit Lith, oorkonden dat de kinderen en erfgenamen van Jacop Vervorst en Elijsabeth, zijn vrouw, de volgende deling hebben gemaakt:
  1. Ja en Jacob, waarvoor Jan gemachtigd was, hebben gekregen een halve kamp, omtrent 13 hont groot, (aan het einde ?) (teynen) van de Broeckgraeff tussen het erfgoed van Henrick van Maeren boven naast en beneden naast Lysken, weduwe van Fierik Goerstreet vanden Broeckgraaf op de erven van Aert Menszoen en Gerit Marceliszoen uytgenomen dat men betalen zal 7 stuiver aan Gerit Struijff, de cijns aan de heer en de lasten binnenlants,
  2. Henrick Jacobzoen Vervorst heeft gekregen:
    1. 8½ hont land op de (uiterwaarden ?) (utgaerden) tussen het erfgoed boven naast Dirck Rentgens, beneden naast Jan Aertszoen die cuyper, welk land zich uitstrekt vanaf de Westeracker tot de Strickacker,
    2. 1½ hont boven naast Gerit die Vries Geritszoen's erfgenamen beneden naast Hendrick Heynderszoen, zich uitstrekkend als het bovengenoemde land,
    3. 3 hont aldaar tussen het erfgoed van Henrick Rynderszoen boven naast en benedennaast Jan Sceynszoen, welke zich uitstrekt als het land onder a,
    4. 1½ hont op de Cort Weijen tussen de erfgoederen van Thys Goertszoen bovennaast en benedennaast Jan Lucas Ruttensoen,
      Een gedeelte van de tekst is hier onleesbaar door een plooi,
    5. een halve morgen land opten ? Ham,
    met als lasten op dit deel 24 stuver aan de heren van de Saint-Lambert te Luik, 25 stuiver te Shertoegen Bossche, 11 1/4 voet maasdijk op 2 plaatsen in de nieuwe dijk, de herencijns en lasten binnendijks,
  3. Agnees heeft gekregen de helft van de bovengenoemde kamp met als lasten 7 stuiver aan Gerit Struyff, de cijns aan de Heer, en de lasten binnendijks,
  4. Peter heeft gekregen:
    1. huis, hof en alle afhankelijke goederen tussen het erfgoed van Dirkx Aert Goertssoen boven naast en en beneden naast voornoemde Dirxken, zich uitstrekkend van Dirck hoff tot de Engwycksse hoeff,
    2. 1½ hont opte Cort Weyen tussen het erfgoed van Tys Goortszoen en Delis Ceelenszoen boven naast en beneden naast Jan Lucas Ruttenszoen, zich uitstrekkend vanaf de Splaetenstege tot de Wytslagense,
    met als lasten 7 gulden en 4 stuver Ten Bossche Inden Haen. Peter moet nog betalen twaalf gulden aan degene die de kamp aan de Broeckgraeff gekregen heeft.
De verdeling heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat als er nog lasten gevonden wordt, waarvan men het bestaan nu niet kent, zij elkaar zullen helpen.
Zegel: 3 fragmenten.
Nummer: 1115

1573 ?

  1. Kendelycken zy eenen Jegel. dat alzoe Jan van Testelt als gemechticht ende inden name Vrouwe Elisabeth van Humenborch ende naegelaten wedue
  2. ... Heeren Jans van Brecht, riddere Heere tot Hageoert, ende scouts als hij leefden der stadt van Shertogenbossche, hadde verhuert inner gerechter
  3. manieren ... Jannen Philips woenende op Hageoert allen alsulcken goeden soe groot ende cleyn als die voernoemde Vrouwe Elisabeth liggende
  4. hadde inder voirseyde heerlicheyt van Hageoert binnen ende buyten ten sdijcx ... termijn van thien jaeren lanck ...
  5. ingaende inden hoochtyde van Sinte Peter Apostel ten Stoele alsdoen toecomende over een jaer te wetenen Sinte Peteren
  6. ... 66 styl van Brabant ... voerde somme van 180 carolus gulden ...
  7. ende tot dien alle jaer
  8. der voirseyde thien jaeren ... een tonne schone ende goede boeteren groot wesende drie hondert ponden off 30 ... gulden daer voer soe verre sulcx
  9. der voorseyde Vrouwe Elisabeth Elisabeth beliefden by alsoe dat die voirseyde Vrouw Elisabeth sulcx acht of thien dagen voer oft nae Paesschen int selve jaer altyt te
  10. kennen soude geven oft haer boeter beliefden te hebben oft gelt ende voer welcke boeter die voernoemde huerlinck gehouden soude syn te leveren der voernoemde Vrouwe Elisabeth
  11. alle jaer dier huere geduerende veerthien dagen voerden hoechtyde der Geboerte van Sint-Jan Baptisten ende vrij binnen haeren huijse binnen deser voirseyde
  12. stadt ende oft geviele dat ennich gebreck inde voernoemde boeter bevonden worde als die pachter de leverden oft binnen een maent daernae soude indyen gevalle die
  13. voirseyde pachter sculdich syn de voernoemde boeter wederom te nemen ende der voerseyde Vrou Elisabeth ter stont oft binnen een maent daernae te geven ende te betalen 30
  14. der gelijcke gulden eens met voerwaerde totgedaen dat innedijen tot dese voerseyde goeden ennige dycken stonden tonderhouden oft oijck ennige weteringe toebe-
  15. hoerende waeren daer die voerseyde Vrou Elisabeth ennichsins in gehouden waer tonderhouden dat indijen gevalle die voirseyde Jan Philipszoen tselve to synen coste sou moten
  16. maken ende onderhouden die voirseyde jaeren ...
Nummer: 1711

1573 januari 28

  1. Anna, filia Mathie vanden Wiel, relictaque ... Mathie de Culenborch, pro una medietate et Anthonius Loenissen
  2. tamquam maritus ... Marie, sue uxoris, et Johannes, filius qondam Gerardi Janszoen die Bruyn, tamquam maritus ... leg. Elisabeth, sue
  3. uxoris, filiarum quondam Luce Corstiaenszoen vanden Ham, ... filia dicti quondam Mathie vanden Wiel ... pro reliqua
  4. medietate, domum, aream hereditatem ... ledige plaetse, domum posteriorem sibi mutuo coadiacente cum quodam exitu retro dictam domum posteriorem
  5. ac alijs suis iuribus et attinentijs ... in vico Orthensi prope ecclesiam parochialem sanctorum Petri et Pauli ... inter
  6. eandem ecclesiam e.u.l. et inter her. heredum Johannis Weygergancx, dictam communiter Inden Ploech e.a.l. tendendum cum utroque fine ad communes
  7. plateas ... dederunt ad a. et h.c. Arnoldo Wouterszoen, Woltero Janssen de Uden, Johanni Pynappel Willemszoen et Johanni
  8. Gerartszoen de Ravesteyn tamquam magistris ... ecclesie predicte ad opus eiusdem ecclesie ... pro censu fundi
  9. domino duci ad duas blancas de unum novenarium ascendendum h. redimibili c. 48 stuferorum Heymanno Degens h.
  10. irredimibili c. 5 £ ... magistro Godefrido Loeff, h. irredimibili
  11. c. 8 stuferorum ac 1½ oirtkinorum maiori infirmarie beginarum in Buscoducis et h. irredimibili c. 3½ stuferorum
  12. mense Sancti Spiritus in Buscoducis annuatium prius ...
  13. atque pro a. et v. pensioni 5½ carolus gulden ...
  14. Anthonio et Marie
  15. sue uxori ... et pro primo solutionis
  16. termino a festo Penthecostes proxime futuro ultra annum ...
  17. Testes ... scabini in Busco-
  18. ducis Godefridus Lombarts et Henricus de Broechoven. Datum vicesima octava die mensis januarij, anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo secundo.
Dorsaal: niets nieuws.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Deze akte is ongeldig gemaakt.
Nummer: 1522

1573 januari 28

  1. Anna filia quondam Mathie vanden Wiel relicta ... Mathie de Culenborch ... pro una medietate et Anthonius Loeniszoen tamquam maritus ... legitimus ... Marie ...
  2. et Johannes filius quondam Gerardi Janszoen die Bruyn tamquam maritus ... legitimus ... Elisabeth ... filiarum quondam Luce Cristiaenszoen vander Have et quondam Catharine, sue uxoris
  3. filie dicti quondam Mathie vanden Wiel ... pro reliqua medietate domum aream her. vacuam, domum posteriorem sibi coadiacente cum quodam exitu retro dictam
  4. domum posteriorem ac alijs suis iuribus et attientijs ... in vico Orthensi prope ecclesiam parochialem sancti Petri et Pauli inter eandem ecciesiam e.u.
  5. l. et inter her. heredum Johannis Weygerganx dictam communiter Inden Ploech e.a.l. tendente cum utroque fine ad communes plateas ... dederunt ad a. et h.c.
  6. Arnoldo Wouterszoen, Woltero Janssoen de Uden, Johanni Pynappel, Willemssoen et Johanni Gerartszoen de Ravesteyn tamquam magistris ... ecclesie predicte ad opus eiusdem ecclesie ...
  7. pro censu fundi ... ducis ad duas blancas et unum novenarium ... h. redimibili censu 48 stuferorum Heymanno Degens h. irredemibili c.
  8. 5 £ ... magistro Godefrido Loeff, h. irredimibili c. 8 stuferorum ac 1½ ortkinorum maiori
  9. infirmarie beginarum in Buscoducis, h. et irr. C. 3½ stuferorum Mense Sancti Spiritus in Buscoducis annuatim prius ex premissis iure solvendos ...
  10. atque pro annua et vitali pensione 5½ carolus gulden
  11. solvendos dictis Anthonio et Marie sue uxori a magistris fabrice
  12. ... Et pro primo solutionis termino a festo Penthecostes proxime futuro ultra annum ... ex
  13. premissis ...
  14. Testes ... scabini in Buscoducis Godefridus Lombarts et Henricus de Broechoven. Datum vicesima octava die mensis
  15. januarij. A.D. 1572.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1757

1573 september 9

Jan vander Stegen en Henrick van Broechoven, schepenen in Tsartoigenbossche, oorkonden dat Everaerdt vanden Water, zoon van Jan vanden Water, zoon van wijlen Everaerdt vanden Water, als wettig man van Elisabeth, dochter van wijlen Henric die Huesch en van wijlen Martha, dochter van wijlen Jan Goijartssen van Hedel, aan heer en meester Cornelis Eymbertssen, priester en kanunnik van de Sint-Jan, verkocht heeft een huis en erf met alle rechten en afhankelijke goederen in de straat die loopt van de Hynthamerstraet naar het klooster van de zusters van Orthen naast de stenen brug aldaar tussen het erfgoed van de verkoper aan een zijde en het openbare water aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de straat of de plaats tot aan het erfgoed van de verkoper, dat heer Jan vanden Hoirick, priester en beneficiant van de Sint-Jan in huur heeft. De verkoop heeft op de volgende voorwaarden plaatsgevonden:
  1. Voor elke penning cijns die gevonden wordt en die niet afgekocht kan worden zal de verkoper 25 penning van dezelfde valuta uitbetalen.
  2. De koper zal alle ramen en vensters moeten dichtmaken en ook geen luchtgaten mogen hebben.
  3. En als de koper de komende tijd werken gaat uitvoeren moet hij op het oorspronkelijke terrein blijven en hij zal de dakdrup ook niet naar buiten mogen verplaatsen.
Zegels: linkerzegel fragment, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1760

1573 oktober 7

Godefridus Lombarts en Henricus Heeren, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Everardus de Aqua, zoon van Johannes de Water, schepen van de stad Den Bosch, als wettige echtgenoot van Elisabeth, dochter van wijlen Henricus die Huesch en van wijlen Martha, diens echtgenote, dochter van wijlen Zegerus Johannes, Goorts soen, de Hedel, aan heer en meester Leonardus Rodolphus de Erpe, priester en beneficiant in de Sint-Jan, verkocht heeft een huis, erf, hof, achterhuis, poort met al zijn rechten en afhankelijke goederen in de Hynthamerstraat tegenover het Heilig Kruis op een zekere plaats die leidt naar het huis van de vader van het convent van de Zusters van Orthen tussen het erfgoed van dat convent aan een zijde en de Diese en het erfgoed van heer en magister Cornelius Eymbertus, priester en kanunnik van de Sint-Jan, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van de Onze Lieve Vrouwebroederschap, welk huis Adrianus, Zegers soen, tegenwoordig huurt.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1147

1574 juli 10

Ghysbertus Heym en Henricus Heeren, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van Johannes Willelmi, aan Elisabeth, dochter van wijlen Willelmus Arnoldi Nycolaes Sijmonssen de Oss, begijn van het Groot Begijnhof in Den Bosch, verkocht heeft een erfcijns van 3 carolusgulden en 15 stuivers, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van Maria-Magdalena over een jaar uit een zekere kamp hooiland en een ½ morgen landbouwgrond in de parochie Littoijen op de plaats Het Littoijenbroeck tussen het erfgoed van Arnoldus Henricx aan een zijde en het erfgoed van Agnes, weduwe van Cornelius Goijartssen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Jaspar vanden Broeck tot aan de kamp Breet Twevelingge met als lasten de burenrechten en de sluizen en waterleidingen die op dat stuk grond liggen en bij die kamp horen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1116

1574 oktober 20

Rodolphus de Eijck en Everardus Berwouts, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat magister Godefridus Lombarts ab Enckevoirt, als meester van de Tafel van de Heilige Geest in Den Bosch, in aanwezigheid en met uitdrukkelijke toestemming van Heer Rutgerus de Berkel, schepen in Buscoducis, Heer van Nuenen, Wetten, Gerwen en Tongerloo, enzev., als provisor van die Tafel en in zijn naam daartoe gemachtigd, aan magister Jacobus Donck ten gunste van Arnoldus, zoon van wijlen Hermannus die Bie, verkocht heeft een erfcijns van 90 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van de Zalige Lucas, Evangelist, uit een zekere hoeve in de parochie Gerwen met zijn rechten en afhankelijke goederen, namelijk een huis, erf, hof, schuur, hun grond, bakhuys, "scoppen", akkers, weiden en heidegrond, welke Godefridus de Nispelen bebouwt, welke hoeve bezwaard is met met verscheidene cijnzen aan diverse (niet gespecificeerde) personen. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen met een bedrag van 1440 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen, maar de verkoper moet deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1460

1574 november 16

Godefridus Lombaerts en Henricus de Broechoven, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Jacobus, zoon van wijlen Petrus de Platea, aan Godefridus Pynappel Willemszoen ten gunste van de stichting van een mis met preek, elk jaar op het feest van Sint-Genoveva in de Sint-Anthbniuskapel, overgedragen heeft een erfcijns van 3 £ met de achterstallige bedragen uit 2 jaren uit een huis, erf en hof in de Sint-Lambertusparochie in Vucht op de plaats Dengens tussen het erfgoed van het convent van de heilge Maria, maagd en Birgitta, weduwe in Roosmalen op de plaats Coudewater, aan een zijde en een openbaar pad aan de andere zijde, overeenkomstig het testament van wijlen Aleydis, dochter van wijlen Johannes, zoon van wijlen Mathias Stooters.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1117

1575 maart 29

anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo quarto ante Pascha

Henricus de Eyndhouts en Rutgerus de Berckel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Henricus vanden Pere, als wettige echtgenoot van Catherina, dochter van wijlen Jacobus, zoon van wijlen Marcelius Laureynssen, aan Johannes, zoon van wijlen Petrus Preencharts, overgedragen heeft:
  1. de helft van een zekere kamp binnen de vrijheid van de stad Den Bosch achter het convent Porta Celi tussen de Perdtcamp van wijlen Otto de Engelen en de erfgenamen van wijlen Heylwig Groys aan een zijde en tussen de Nuwendyck aan de andere zijde,
  2. de helft van een stukje beemd, Den Leede, tussen het erfgoed van Henricus de Arckel, de zusters van Orthen, Henricus die Hoesch, Marcelius de Eekart, bontwerker, Johannes de Dommelen, goudsmid, en verscheidene anderen aan een zijde en de Perdtcamp van van wijlen Otto, de erfgenamen van wijlen Heylwig en van Jordanus vanden Broeck aan de andere zijde,
welke helften Johannes, zoon van wijlen Sebertus, zoon van wijlen Johannes de Ouden aan Jacobus overgedragen had.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1118

1575 augustus 26

Henricus de Eijndhouts en Martinus Moins, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elisabeth, weduwe van wijlen Henricus Peterssen die Greve, aan Alardus, zoon van Johannes Vrancken, Joachim vanden Weijer, Heynerus Janssen Potten en Johannes Wouterssen, koperweker, als voogden van de kinderen van Elisabeth en wijlen Henricus, en aan Catherina, dochter van wijlen Henricus en van wijlen Anna, diens echtgenote, dochter van wijlen Johannes de Hessel, priester, heeft overgedragen:
  1. al haar rechten in het vierde deel dat zij had van een huis en erf met zijn hof in de Kerkstraat tussen het erfgoed van Henricus Zijbertssen, bontwerker, aan een zijde en het erfgoed van Henrica, weduwe van magister Arnoldus Sweders aan de andere zijde,
  2. haar rechten in een zeker achterhuis en die hof in de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van Henrica en het erfgoed van Zegerus Janssen aan een zijde en het erfgoed van heer Gerardus Hugonis, priester, aan de andere zijde, samen met het gebruiksrecht van een zeker pad, 3½ voet lang, vanaf die hof naar de Hynthamerstraat tussen het erfgoed van wijlen Herbertus Happen, goudsmid, en Arnoldus Scheymaicker aan een zijde en het erfgoed van van heer Gerardus en Arnoldus Neijsen aan de andere zijde, samen met het gebruiksrecht van een zekere put die daar staat en andere rechten en afhankelijke goederen samen met andere (niet gespecificieerde) personen,
welk voorgaande Petrus die Greve, zoon van wijlen Henricus die Greve, van Stephanus Want, zoon van Henricus Want, bontwerker, als wettige weduwnaar van Johanna, krachtens het testament van Johanna in cijns verkregen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1119

1575 augustus 26

Henricus de Eijndhouts en Martinus Monix, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Alardus, zoon van Johannes Vrancken, als wettige echtgenoot van Eefa, Reynerus Janssen Potten, als wettige echtgenoot van Petra, dochters van wijlen Petrus die Greve, zoon van wijlen Henricus, en Elisabeth, weduwe van Henricus, zoon van Petrus, namens zichzelf en hierbij Alardus, Reynerus en Joachimus vanden Wijer en Johannes Wouterssen, koperwerker, als voogden van de minderjarige kinderen van Henricus en Elisabeth, ten gunste van Augustinus Chiermans, als wettige man van Adriana, dochter van Petrus die Greve, afstand gedaan hebben van de helft van een zekere kamer met zijn grond, en alle rechten en afhankelijke goederen daarvan in de Corte Puttstraet en op een zekere doorgang aldaar tussen het erfgoed van Oda, weduwe van Judocus Pelgroms aan een zijde en het erfgoed van Elisabeth, weduwe van Henricus de Stiphoudts aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Heylwig Steynssen tot aan het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Willelmus Baeljaerts en verscheidene anderen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1120

1575 augustus 26

  1. Notum sit universis quod cum Elisabeth relicta quondam Henrici Peterssen die Greve, usufructum totamque partem ac omne
  2. ius ad ipsam spectandem in una quarta parte et omni iure sibi competente in domo et area ... cum suis attinentijs, videlicet orto
  3. ... in vico ecclesie inter her. Henrici Zybertssen, pellificis e. u.l. et inter
  4. her. Henrice, relicte ... magistri Arnoldi Sweders e.a.l. Insuper in domo quadam posteriori
  5. (cum ?) orto ... in vico Hinthamensi inter her. dicte Henrice, relicte ...
  6. et her. Zegeri Janssoen e.u.l. et inter her. domini Gerardi Hugonis, presbyteri, e.a.l.
  7. simul cum iure utendi quadam via, quequidem via 3½ pedatas continet ... simul etiam cum iure
  8. utendi quodam puteo ibidem consistente ac alijs suis iuribus et att. similiter alijs hominibus ius in eisdem
  9. habentes que premissa integra cum suis iuribus et attinentijs predictis dictus Petrus die Greve, filius quondam
  10. Henrici die Greve, erga Stephanum Want, filium Henrici Want, pellificem, relictum leg. Johanne
  11. ... tamquam potens ad hoc vigore testamenti ... Johanne ... ad censum
  12. acquisierat ...
  13. 1531 (8 maart) leg. supportasset Alardo, filio Johannis Vrancken, Joachimo vanden Wyer,
  14. Reynero Janssen Potten et Johanni Wouterssen, cupifici, tamquam tutoribus ... liberorum ...
  15. Elisabeth et quondam Henrici predictorum necnon Catharine, filie dicti ... Henrici et
  16. quondam Anne, sue uxoris, filie quondam Domini Johannis de (Henssel ?), presbyteni ... ad opus eorundem libe-
  17. rorum ... Constituti
  18. igitur coram scabinis infrascriptis dicti tutores ...
  19. et adhuc dictus
  20. Alardus, filius Johannis Vrancken, tamquam manitus leg. ... Eeffe et Reynerus Janssoen
  21. Potten tamquam maritus leg. ... Petre ... filiarum dicti quondam Petri die Greve, filij quondam
  22. Henrici, pro se ipsis tres quartas partes totamque partem ac omne ius ad ipsos ... spectantes
  23. in dictis domo, area, orto, domo posteriori cum omnibus ... suis iuribus et attinentijs ... de quibus
  24. premissis reliqua quarta pars ad Augustinum Chiermans tamquam maritum leg. Adriane ...
  25. filie dicti quondam Petri die Greve, spectans dinoscitur ut dicebat, leg. et her. supportaverunt dicto
  26. Augustino Chiermans ...
  27. deponent omnino
  28. exceptis censu fundi ad 5 oirtkinos et unum novenarium ascendendum, h.c. unius den. Willelmus
  29. thuijn comm. vocatum maiori hospitali in Buscoducis, h. red. c. 5 florenorum cuidam in
  30. opido de Gravia commorans, h.r.c. 8 flor. et 10 stuf. Adriano de Groot et
  31. h. red. c. 9 flor. ... Testes
  32. ... scabini in Buscoducis Henricus de Eijndhouts et Martinus Moins. Datum vicesimasexta
  33. aug. 1575.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1712

1575 september 18

De officiaal van de proost van Arnhem, aartsdiaken in de kerk van Traiectum, gewoon rechter, instrumenteert dat aan de Aartsdiaken of hem als plaatsvervanger is voorgedragen heer Alardus Kneck, priester, voor de vicarie of eeuwigdurende kapelanie, gefundeerd op het altaar van de heilige Barbara ter ere van de heilige Jacobus de Meerdere en de Heilige Martinus in de Martinuskerk in Tiel, die vacant is door de dood van Theodericus Johannes Boegen. Alardus is voorgedragen door Heer Nycolaus Vygh, ridder en ambtman van de Beneden-Betuwe, collator van die vicarie. Op verzoek van de voorgedragene en wegens de gevaren op de wegen en om zekere andere redenen dispenseert hij van de gebruikelijke proclamaties en omdat hij overtuigd is van het patronaatsrecht van Nycolaus, verleent hij de admissie van de kandidaat, diens institutie en de investituur. Vervolgens beveelt hij aan alle priesters, clerici, notarissen en openbare schrijvers om na ontvangst van deze akte om Alardus, of diens waarnemer, in het bezit te stellen van de vicarie, echter eerst na het afnemen van de gebruikelijke eed van trouw. Hij beveelt ten slotte aan degenen die verplichtingen hebben ten aanzien van deze vicarie ze op tijd te voldoen.
Zegel: (in rode was) klein fragment.
N.B.: De akte is ondertekend met: De mandato Johannes Mersman secr.
Nummer: 1713

1575 oktober 31

Jan vander Stegen en Dirick van Vechel, schepenen in Shertogenbossche, oorkonden dat Aleyt, dochter van Jan Mathyssen Stoeters, had verklaard naast hetgene wat in haar testament stond te willen funderen een erfcijns ten gunste van de begijn die het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar in de Sint-Jan diensten bewijst en al de gewaden, sieraden en kostbare voorwerpen van het Sint-Catherinabeeld in dezelfde kerk verzorgt en dit beeld daarmee op nader genoemde feestdagen versiert. Matheeus Janssen vanden Wege is nu als wettige man van Aleyd, dochter van wijlen Peeter Janssen Coelberts, voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft, als uitvloeisel van dit verlangen van Aleyt, aan meester Jacob Donck ten gunste van deze begijn en haar opvolgsters overgedragen een erfcijns van 6 £ met de achterstallige cijns van een jaar uit een huis en erf aan de Hoogen Steenwech tussen het erfgoed van Dirix Marsman aan een zijde en het erfgoed van Arndt Gheenen aan de andere zijde, welke cijns Matheeus, als wettige man van Aleyd, verkregen had. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de erfgenamen van Aleyt deze cijns altijd zullen mogen terugkopen met 42 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen, op voorwaarde dat ze deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel fragment.
Nummer: 1461

1577 januari 13

anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo sexto

Theodericus de Vechel en Martinus Moins, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Johannes Noppen, aan Rutgerus, zoon van wijlen Pontianus Hermanssen, overgedragen heeft een huis, erf, plaats en achterhuis in de Coepoertstraet tussen het erfgoed van Heylwig, weduwe van Johannes Otten, aan een zijde en het erfgoed van Petrus Jonckers en Zegerus Claessen en een zekere doorgang aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van Gerardus Claessen, stadssecretaris, welke goederen Henricus van Gerardus, smid, door een uitspraak van schepenen in Buscoducis, gekocht had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1121

1578 maart 14

anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo septimo

Walramus de Erpe en Martinus Moons, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, zoon van wijlen Daniel vander Ameijden, zoon van wijlen Theodericus Daniel Ameyden, aan Cecilia, wettige echtgenote van Lasarus, zoon van wijlen Goyartssen de Hedel, ten gunste van waskaarsen voor het Heilig Sacrament in de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 1½ carolus gulden uit een zekere kamer met zijn grond en een onbebouwd stuk grond daarachter in de Putstraet tussen het erfgoed van Hermannus Ooms aan een zijde en het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Petrus Janssen van Berlicum, schoenmaker, aan de andere zijde, welke cijns heer Theodericus Kepken, zoon van wijlen Remboldus, priester, van Johannes, zoon van wijlen Angelus Engelen vanden Hemelgeest gekocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1122

1580 augustus 17

Theodericus de Vechel, Jacobus Graen en Godefridus de Vlierden, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Mathias vanden Meer, anders genoemd de Oerle, in het bezit werd gesteld door een uitspraak van schepenen in Buscoducis van een stenen huis met leien dak, erf, hof en achterhuis met al zijn rechten en afhankelijke goederen, gewoonlijk genoemd Den Nieuwen Troon in de Sint-Petrusparochie in Vucht tussen het kerkhof van de Sint-Petruskerk aan een zijde en de openbare weg aan alle andere zijden, omdat Lubertus, zoon van wijlen Assuerus de Bemmel in gebreke was gebleven bij de betaling van een erfcijns van 12 gulden aan Johannes. Vervolgens had Johannes deze inbezitstelling geheel aan magister Willelmus de Busco overgedragen en vervolgens heeft magister Willelmus aan Johannes deze goederen aan Johannes verkocht.
Zegels: 1e zegel onbeschadigd, 2e en 3e zegel licht beschadigd.
Nummer: 1462

1581 september 1

inde Hinthamerstraet byde Geerlingse brugge in de Drie Witte Mollen

Johannes Havens, pastoor van de Sint-Jacob, in Den Bosch, instrumenteert dat Hubert, Jans soen, van Rumundt en Aelke, diens vrouw, Matthys dochter, in hun testament o.a. de volgende bepalingen opgemaakt hebben:
  1. Zij vermaken aan de Sint-Jan en aan de Sint-Jacob beiden 1 keer 1 stuiver.
  2. De langstlevende van hen zal bezitten het huis dat zij samen gekocht hebben waarin zij nu wonen, samen met de huisraad en alles wat daarbij hoort en deze zal daar vrij over kunnen beschikken.
  3. Aelken heeft bepaald dat indien zij het eerste sterven zal Hubert 100 gulden zal krijgen uit de goederen die zij van haar grootmoeder geërfd heeft en hij zal daar vrij over kunnen beschikken en de rest van die goederen zal na de dood van Hubert vererven aan haar zussen.
Met als getuigen: meesters Cornelis Otto en Matthys, Matthys soen,
N.B. De akte is ondertekend door de pastoor. Er is geen zegel of handtekening.
Nummer: 1463

1582 februari 27

  1. Hubertus, filius quondam Andree, filij Johannis Swesten des zeijsemaickers ... et quondam Berthae, sue uxoris, filie quondam Huberti de zeijssemaicker, filij Johannis Diericxssen
  2. ... relictusque legitimus ... Nijcolae ... filie quondam Woltheri Claessen, potens ad infrascripta vigore testamenti ... eiusdem ...
  3. Nijcolae ... potestatis sibi Huberto inibi ... date ... pro una tertia parte, Johannes et Catherina, eius soror, liberi quondam Andree et Berthe predictorum
  4. pro reliquis duas tertijs partibus, domum, aream, ortum, quandam pendulam, dictam eyffken et gradini aquatilem cum suis iuribus et attinentijs . ..in vico
  5. Hijnthamensi inter her. Gerardi Rembordi, pistoris, et eius liberorum e.u.l. et inter her. heredum quondam Hugionarij de Tijnagel e.a.l. tendendum
  6. a communi platea usque ad Diesam ibidem retro ... de quibus premissis dominis Jacobo, presbytero, Arnoldo et Petro, fratres, filij dicti quondam Huberti Seysemaker et Johannes, filius
  7. quondam Johannis Janssen, maritus ... Anne ..., filie dicti ... Huberti quatuor quintas partes ad ipsos et ... Annam conpetendas dederunt
  8. ad a. et h.c. dicto Andreo, filio Johannis Sweesen Seyssemacker tamquam marito ... Berthe ... filie Huberti de
  9. Zeyssemaicker 20 sept.
  10. 1546 et reliqua quinta pars ad dictum Andream prius spectabat ... leg. et
  11. her. supportaverant Goeswino, filio quondam Ghijsberti Goessens ...
  12. Promiserunt insuper dicti Hubertus, Johannes et Catharina ...
  13. in casu quo imposterium via iuris inventum fuerit ex premissis plus fore solvendum quam census fundi duorum
  14. stuferorum et dimidij brasdenarij, h.c. septem stuferorum domui leprosorum, h.c. 2 £
  15. pauperibus captivis in B.D. in B.D. et h. redimibili c. 6 florenorum domino Jacobo Zeysemackers, presbytero, quod ipsi hoc plus dicto
  16. Goesswino penitus deponent ... dandos ... pro quolibet denario ... plus inventus fuerit her. et irredimibilos den. ...
  17. Testes ... scabini in Buscoducis Henricus de Staecke-
  18. broeck et Willelmus de Erpe. Datum vigesima septima ... febr. 1582.
Dorsaal: niets nieuws.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1761

1582 mei 30

Henricus de Broechoven en Woltherus Pijnappel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Jacobus Peterssen, wonend in Cleijnder Liempde, aan Henrica, dochter van wijlen Herbertus Diericxssen vanden Hoevel, verkocht heeft een erfcijns van 4 carolusgulden, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden op het eerstvolgende feest van Pinksteren uit:
  1. een stuk hooiland, 1½ dag hooien groot, in de parochie Boicxtel op de plaats Cleijnder Lijempde tussen het erfgoed van Thomas Janssen aan een zijde en een einde en de Dommel aan de andere zijde, zich uitstrekkend met het andere einde tot aan het erfgoed van Christianus Jan Rijmen,
  2. een coeweijde, genoemd De Cuijlen, 1 mudzaat groot, gedeeltelijk uit heidegrond, gedeeltelijk uit weidegrond bestaand, tussen het erfgoed van de karthuizers in Vucht aan een zijde en de gemene gronden, Mosvenne, aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf het erfgoed van Ghijbertus in Udenhaudt wonend en tot dat erfgoed en die gemene gronden Mosvenne aan het andere einde,
  3. een akker, gewoonlijk genoemd Tsestersaet, 1 zester groot, aan beide zijden en een einde tussen het erfgoed van Johannes Elis, zich uitstrekkend met het andere einde tot aan het erfgoed van Johannes Faessen,
met als last de burencijns van 8 stuiver aan de Heer van Boicxtel uit die Coeweijde.
Zegels: beide onbeschadigd.
Nummer: 1123

1583 juni 2

Jeronimus Wynants en Herman Rombouts, schepenen in Tsartoigenbossche, oorkonden dat Emondt Janssen aan Arnd Willemssen van Beeck, metser, en Anthonis Bosch Ghysbertssen, leydecker, heeft overgedragen:
  1. een huis en erf in de Sint-Anthonis straet tussen het erfgoed van Catharyn, weduwe van Lonis die 'mesmaker', aan een zijde en tussen het erfgoed van Anneke, weduwe van Ghysbert Bosch, en haar kinderen aan de andere zijde,
  2. een poort met een gang in die straat tussen de kamer van Goessen, zoon van Boudewijn Goessenszoen aan een zijde en tussen het erfgoed van Anthonisken Lithart en haar kinderen aan de andere zijde,
welk erfgoed Emondt van Henricxken, dochter van wijlen Boudewijn, cremer, gekocht had en welk erfgoed nu bestaat uit uit een huis, erf en plaats, vanaf de achtergevel van dat huis tot de hof van de Sint-Anthoinscapel 16 voet lang en zo breed als in de achtergevel van dat huis is afgepaald en aangegeven is met een ijzeren nagel in de pijler van de kapel. De overdracht heeft plaatsgevonden op de volgende voorwaarden : Arnd, Anthonis en elke latere bezitter van dit huis, erf en plaats mogen noch tussen de pijlers van de kapel, noch ook bij de kapel varkens houden, secreten en privaten aanleggen of laten aanleggen en de meesters van de kapel zullen indien nodig steigers op die plaats mogen zetten als dat voor werken aan de kapel nodig is.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1525

1583 juni 2

  1. Emondt Janssen huys ende erve ... binnen Tsartogenbossche, in ... Sint Anthonis straet tusschen erffenisse Caharyns
  2. weduwe ... Lonis die mesmaker ter eenre syde ende tusschen erffenisse Annekens weduwe ... Ghysberts Bosch en haren kynderen ter
  3. andere syde. Idem een poorte mit eenen ganck ... inde voerseyde Sint Anthonis straet tusschen den camer tot
  4. Goessen soen Boudewijn Goessenszoen toebehoerende ter eenre syde ende tusschen erffenisse Anthoniskens Lithart en haren kijnderen ter andere syde
  5. welcke erffenisse voerscreven die voerscreven Emondt tegens Henricxken dochtere wijlen Boudewijns Goessenszoen, cremer, inne coope
  6. vercreegen heeft gehadt ...
  7. ende welcke
  8. erffenissen nu ter tyt zijn huijs, erve, ledige erffenisse oft plaetsken begrijpende houdende tselve plsaetsken vanden achtersten
  9. gevel des huys voerseyde sesthien voet en naeden hoff vander capellen van Sint-Anthoins ...
  10. inder lenghden ende soe breet als den achtersten gevel ders voirseyde huys tegenwoirdelycken aldaer staende inne sulcker vuegen
  11. tselve aldaer affgepaelt is ende mit eenen ijseren nagel inden pijler vander ... capellen staet affgetekent inne sulcker vuegen
  12. ... die selve erffenissen poort mitten ganck ... heeft hy wittelycken ende erffelycken
  13. opgedragen Arnden Willemssen van Beeck, metser, ende Anthonissen Bosch, Ghysbertssen, leydecker, ... en mitten allen rechten ...
  14. Mit conditien toegedaen dat die voorscreven Arndt ende Anthonis
  15. noch oyck die proprietarissen ten tyde vande voorscreven huys erve ende plaetsken tusschen die pylers der capellen van Sint
  16. Anthonis ... noch oyck aender selver capellen nu ofte inne euwigen toecomenden tyde egeen veerckens hoyen noch
  17. secreeten ofte privaten en sullen moegen setten noch doen setten noch daer by ofte aene inne sess hamer voeten nijet moegen
  18. graven noch doen graven om enige privaeten aldaer te doen setten ende sullen oyck opte voerseyde ledige erffenissen ofte
  19. ... ende ten eeuwigen dagen als van noode wesen zall die capelmeesters vander voerseyde capellen huere steygeringe
  20. moegen stellen ende setten om die gelasen ende allen anderen nootelyckheden der voerseyde capellen te repareren ...
Nummer: 1525

1584 april 24

Rodolphus Arntssen en Hermannus de Huemen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Johannes, zoon van Georgius Daemssen, als erfgenaam van wijlen Reynerus, zoon van wijlen Johannes Daemssen, aan Godefridus de Engelant ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jacob ter vermeerdering van de viering van het Heilig Sacrament in die kerk op elke vrijdag heeft overgedragen een erfcijns van 24 stuivers uit een huis, erf, hof, schuuur, zijn grond en de aangrenzende erfgoederen, 6 lopenzaat groot, in de Sint-Lambertusparochie in Vucht in Cromvoirt tussen het erfgoed van Adrianus, zoon van Johannes Florenssen, aan een zijde en het erfgoed van Gerardus Witlocx aan de andere zijde, welke cijns Reijnerus van Cornelius, zoon van wijlen Godefridus, zoon van Johannes Emmenssen, gekocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1148

1584 november 7

  1. Alzoe ... Jacop Colen, raedtsheer ... der stadt van shertogenbossche, maeckende syn testament ... verclarende onder meer
  2. andere daer inne begrepen heeft besedt gehadt synder oudster dochter binnen der stadt van Bosch ten tyde synder afflyvichyt woenende alsulcken sess gouden gulden sjaers als hem
  3. Heer Jan van Brecht, ridder ende schouthet vanden Bossch jaerlycks was geldende uuyt synder hoeven tot Goerle ende noch uuyt zekere erffenissen onder die vryheit ende parochie van Os
  4. ... ende daerenbovefl noch vijfftich carolusgulden eens tot eender erffrenthen beleeght
  5. te worden onder conditien ... dat die selve syn oudste dochter daer meede schuldich soude syn te onderhouden ende te celebreren syn ende synder testateurs huysvrouwen jaergetijden
  6. elck besunder op syn tyt gelyck hy testateur in synen leven aldus lange gedaen hadde noodende inden selven jaergetyden sustere ende broederen ende broeders ende susters kynderen met
  7. haer ende haere mans ende huysvrouwen ouders voerts soude naeder doot der selver synder voorseyde testateurs oudtste dochter tzelve besetsel alsoe metten lasten daer toe staende succederen
  8. tot ende op der selver oudster suster naeder selver voerleden oudtste suster alsdan leevende ende alsoe voertaen totter lester levender suster syns testateurs dochter. Ende naedemael allen
  9. die dochteren afflivich geworden weeren ... dat alsdan tzelve legaet met syne voirs. lasten wederom devolveren ...
  10. op den oudsten soen vander voirs. oudster dochter syns testamentmakers. Ende ingevalle de selve oudste dochter egeenen soon achtergelaten ... dat alsdan doutste dochter vanden
  11. selver testateurs oudtster dochter daer inne soude syn gerecht ... Ende alsoe voertaen van dien oudsten soen ofte dochter op hennen oudtsten ende naesten
  12. erffgenamen ten euwighen daghen vanden bloede nochthans ... Behoudelic altoos dat die oudtste soen daer inne gepriviligieert soude wesen voer die
  13. dochter. In manieren ende onder conditien voer ende nae vercleert. Item dat die erffgenaem totten voirseyde besetsel alsoe gerecht soude moeten woenachtich syn in ... Vanden
  14. Bossche om die twee voirseyde jaergetyden allen jaeren ... te onderhouden ... Item dat noch die selve erffgenaemen daert voorseyde besetsel op comen
  15. ... ten euwighen daeghen te onderhouden een wessen kersse van eenen halven ponde voert op Spytaphium of boven tgraft desselfs testateurs
  16. die welcke inder missen ende inder vesperen ten hooghen heylegen daeghen altyt als die kerssen voer die Drie Coningen staende aen die pylernen ontrent den hooghen choor
  17. inder voors. kercken ... ontsteken weeren dat alsdan die kersse oyck bernen soude ...
  18. Soe is gestaen ende verschenen voor scepenen ondergeschreven Mariken dochter Jans Pynappel Janszoon bagyn des Grooten Bagynhoffs in Shertogenbossche
  19. vanden selven Jannen ende wylen Cornelia, synder huysvrouwe, dochter des voorseyde wijlen Jacops Colen soen wylen Peeters Colen tsamen verweckt als erffgenaem ... des voirseyde
  20. Jacops Colen testateurs op ende totter welcker tvoirseyde legaet metten lasten ... gesuccedeert is ende met haer Mathys van Loozen als wittich man van Katharina
  21. synder huysvrouwe, dochter wijlen Aernt Eymberts ende van wijlen Jenneken, synder huysvrouwen, dochter des voorseyde Jacops Colen ... ende de
  22. selve Katharina metten selven Mathyssen, ... Elizabeth ende Engelken, gesusteren, dochteren Jans Pynappel Willemssen vanden selven ... ende wijlen onleesbaar door plooi synder huysvrouwen, dochtere des voirs. wijlen Jacops Colen ... ende Jacop Jans Jacopssen als wittich man van Catharina
  23. huysvrouwen, dochtere Jans Pynappel Willemssen ende wijlen Marikens voirseyde ende die selve Catharina metten selven Jacoppen haeren man
  24. oick metten momboiren Marikens Elizabeth ende Engelkens ... als mede erffgenaemen
  25. geinteresseerde ende gerecht wesende totte voirseyde jaerlycke maeltyden der jaergetyden voirseyde ende hebben alle deselve voirseyde comparanten by naemen ende inder qualiteyt
  26. voirseyde oipentlycken verclaert dat sy soe voer hen selven als voer hen nacomelingen ... de voirs. jaerl. maeltyden ter liefden Goedes ...
  27. te transporteren tot behoeff ... vanden armen siecken in het Groot Gasthuys binnen deser stadt dwelck de meester van den selven gasthuys tot
  28. dier tyt om redenen hem moverende refuseerden soe die voirseyde comparanten verclaerden. Ende alle die selve comparanten alnoch uuyt pieteyt ...
  29. den voirseyde chyns van sess ... rynsgulden ... opgedraghen Matheussen vanden Weghe tot behoeff
  30. der fabryck van Sint-Jans Evangelisten ... nu onlancx doer den blicxem affgebrant tsamen metten twee scepenen
  31. brieven den eenen beginnende ... Marcelius de Uden leg. et her. vendidit Willelmo Monix in dato
  32. 26 okt. 1471 ende de anderen beginnende met Willelmus Monix in dato 18 feb.
  33. 1486 ...
  34. onder dese ... conditien ... dat de fabryckmeesters
  35. ... schuldich sullen syn ... te doen celebreren alle jaer op 29 juli het jaergetyt des
  36. voirseyde Jacops Colen ende op 28 nov. het jaergetyt van Catharin, synder huysvrouwen, dochter wijlen Cornelis Nilis doende op elck ...
  37. jaergetyde een misse van requiem lesen opten altaer van Bacx choorken met gewoenlycke recommendatien ende gebeden nae elcke misse opte sepultuer.
  38. Oyck sullen die selve fabryckmeesters schuldich syn ... te doen ontstecken die wassen kersse van een halven ponde
  39. voor het Epytaphium des testateurs ... In dien yemant van hen
  40. comparanten naecomelinen oft erffgenamen willende naemaels tottet tgene voers. is pretenderen eenichsins gerecht te syn gelieffden den last vanden jaergetyden ende
  41. wessen kersse ... ende daer toe oyck den last van jaerlyck op elck jaergeteyt voirseyde den maeltyt allen den vrienden te geven achtervolgende den testamente voirseyde aen
  42. te gaen ende alle tzelve te achtervolgen dat in dien gevall de fabryckmeesters der kercken voirseyde ten tyde wesende desen voirseyde chyns van 6 gouden ponden tsiaers
  43. wederom sullen moeten affstaen ... Getuygen ... schepenen in Shertoigenbossche Jan die
  44. Borchgreff ende Goyaert van Engelandt. 7 nov. 1584.
Dorsaal:
  1. folio 91 verso,
  2. folio 61
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1833

1585 augustus 26

Gregorius vanden Meer en Godefridus de Engelant, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Symon, zoon van Theodericus de Haren, als wettige echtgenoot van Johanna, dochter van wijlen Aelbertus, zoon van wijlen Johannes, Bertrams zoen, als erfgename van wijlen Cristina, dochter van wijlen Aelbertus, Diericx zoen, die becker, aan Godefridus, zoon van wijlen Godefridus vanden Donck, heeft overgedragen het derde deel en al haar rechten in een erfcijns van 12 carolus gulden uit 2 huizen, erven, hoven en hun afhankelijke goederen, die vroeger van magister Willelmus de Busco waren in een zeker straatje dat zich uitstrekt van de Hinthamerstraat naar het huis van de zusters van Orthen tegenover het kerkhof van de Sint Jan tussen het zelfde straatje aan een zijde en het erfgoed dat toebehoort aan de Onze Lieve Vrouwebroederschap aan de andere zijde, welke gehele cijns Aleydis, dochter van wijlen magister Willelmus, weduwe van Zegerus, zoon van wijlen Johannes, Goyarts soen, de Hedel, krachtens het testament van Zegerus, aan Cristina, dochter van wijlen Aelbertus, Diericx zoen, die becker, verkocht had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1149

1586 mei 14

Everardus Berwouts en Johannes vanden Steghe, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat zij een akte van Godefridus de Vechel en Godefridus Lombairtz, schepenen in Buscoducis, gedateerd 1561 (anno Domini millesimo quingentesimo sexagesimo) januari 7, gevidimeerd hebben.
Zegels: beide licht beschadigd.
N.B.: Zie voor de inhoud van de gevidimeerde akte op de datum waarop die opgesteld werd.
Nummer: 1464

1586 juni 6

Jan vander Stegen en Hanrick Franssen van Gestel, schepenen in Shartoigenbossche, oorkonden dat joncker Jasper Suermonts, zoon van wijlen Jan Suermonts in zijn testament onder andere bepaald had dat de kerkfabriek van de Sint-Jacob zijn woonhuis op de Wijntmolenberch met alle rechten en afhankelijke goederen meteen na de dood van de erflater zou krijgen, dit echter op voorwaarde dat de fabrieksmeesters aan de rector van het Groote Gasthuys ten gunste van de armen van dat gasthuis 350 carolusgulden zullen uitreiken of elk jaar dezelfde rector een bedrag van 21 carolusgulden totdat die 350 carolusgulden zijn betaald, zoals blijkt uit het testament dat notaris Jan van Berdonck op 10 augustus 1580 heeft geïnstrumenteerd en dat naderhand de erflater deze bepaling veranderd had in een akte, opgesteld door pastoor Havens van de Sint-Jacob op 17 december 1584, waarin de kerkfabriek en het Groote Gasthuys ieder de helft van het woonhuis zouden erven. Franchoijs Henrick van Gestel is als rector van dit gasthuis nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft met toestemming en in aanwezigheid van meester Zeger Adriaenssen, als provisor van dat gasthuis, ten gunste van de fabriek van de Sint-Jacob en de woning van de pastoor afstand gedaan van de helft van dat huis en alle rechten en hij heeft verklaard hiervoor een (niet gespecificeerd) bedrag ontvangen te hebben.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1762

1587 maart 19

Zegerus Adriaenssen en Willelmus de Reijs, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, dochter van wijlen Henricus de Oppijnen, aan Johanna, dochter van wijlen Gerardus, zoon van wijlen Willelmus Brants, beloofd heeft te betalen op het eerstvolgende feest van Pinksteren wegens de verkoop van een huis en kamer met grond in de Lange Putstraat aan Mechteldis door Johanna vandaag.
Zegels: (afhangend) bovenste zwaar beschadigd, onderste ontbreekt.
Nummer: 1124

1587 maart 19

Zegerus, Adriaens soen, en Willelmus de Reijs, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Mechteldis, dochter van wijlen Henricus de Oppijnen, aan Johanna, dochter van wijlen Gerardus, zoon van wijlen Willelmus Brants, beloofd heeft te betalen 35 carolusgulden en 12 stuivers op het eerstvolgende feest van Sint-Bavo wegens de overdracht van een huis en kamer met hun grond in de Lange Putstraat aan Mechteldis door Johanna vandaag.
Zegels: (afhangend) beide licht beschadigd.
Nummer: 1125

1587 april 7

Johannes Heym en Willelmus de Reys, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lubertus, zoon van wijlen Assuerus de Bemmel, aan Johannes, zoon Mathias vander Meer, anders genoemd de Oerle, verschuldigd was een erfcijns van 12 carolusgulden uit een stenen huis, leien dak, erf, hof en achterhuis met al zijn rechten en afhankelijke goederen, Den Nieuwen Throon, in de Sint-Petrusparochie in Vucht tussen het kerkhof van de Sint-Petruskerk aan een zijde en aan alle andere zijden tussen de openbare weg en dat vervolgens Johannes die goederen wegens het niet betalen van die cijns door een uitspraak van schepenen in Buscoducis van Willelmus de Busco gekocht had en dat vervolgens Maria, weduwe van Johannes, zoon van wijlen Mathias vanden Meer, haar vruchtgebruik in die erfcijns en in die goederen aan Martina, dochter van haar en van Johannes overgedragen had. Martina is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan GhysbertuS vanden Velde ten gunste van Matheus vanden Wege, zoon van wijlen Johannes vanden Wege, deze cijns en die goederen met hun rechten en afhankelijke goederen overgedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1126

1587 april 17

Johannes Heym en Willelmus de Reys, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Lubertus, zoon van wijlen Assuerus de Bemmel, aan Johannes, zoon van Mathias vander Meer, anders genoemd de Oerle, een erfcijns van 12 carolus gulden verschuldigd was uit een stenen huis met leien dak, erf, hof en achterhuis met alle rechten en afhankelijke goederen, gewoonlijk genoemd Den Nieuwen Throon, in de Sint-Petrusparochie in Vucht tussen het kerkhof van de Sint-Petruskerk aan een zijde en aan alle andere zijden tussen de openbare weg en dat vervolgens Johannes vander Meer dat huis van Willelmus de Busco door een uitspraak van schepenen in Buscoducis gekocht had omdat die cijns niet was uitbetaald. Maria, wettige weduwe van Johannes vander Meer, is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Martina, dochter van haar en Johannes, haar vruchtgebruik in die cijns en in dat huis, erf, hof en achterhuis met zijn rechten en afhankelijke goederen overgedragen.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1127

1587 mei 30

Ghijsbertus vander Stegen en Franciscus, Henricxs soen de Gestel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van wijlen Henricus de Uden, anders genoemd de Erpe, wettige weduwnaar van Jutta, dochter van wijlen Leonardus de Aelst, aan Petrus, zoon van Anthonius de Gemaert, als wettige echtgenoot van Francisca, dochter van wijlen Henricus, zoon van Rodolphus Henrici de Uden, alias de Erpe, overgedragen heeft zijn vruchtgebruik in een huis, erf, hof, achterhuis en poort met al zijn rechten en afhankelijke goederen in de Hijnthamerstraat tegenover het Heilig Kruis op een zekere plaats die leidt naar het huis van de pater van het convent van de Zusters van Orthen tussen het erfgoed van dat convent aan een zijde en de Diese en het erfgoed van heer en magister Cornelius Eijmberti, priester en kanunnik in de Sint-Jan, aan de andere zijde, welke genoemde goederen Everardus de Aqua, zoon van wijlen Johannes vanden Water, schepen van de stad Den Bosch, als wettige echtgenoot van Elisabeth, dochter van wijlen Henricus die Huesche en van wijlen Martha, zijn echtgenote, dochter van wijlen Zegerus Johannes, Goerts soen, de Hedel, aan heer en magister Leonardus Rodolphi de Erpe, priester en beneficiant in de Sint-Jan, op 7 oktober 1573 verkocht had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1150

1587 mei 30

Ghijsbertus vander Stegen en Franciscus Henricxssen de Gestel, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Rodolphus, zoon van wijlen Henricus de Uden, alias de Erpe, wettige weduwnaar van Jutta, dochter van wijlen Leonardus de Aelst, aan Petrus, zoon van Anthonius de Gemaert, als wettige echtgenoot van Francisca, dochter van wijlen Henricus, zoon van Rodolphus Henrici, alias de Erpe, overgedragen had zijn vruchtgebruik in een huis, erf, hof, achterhuis, poort met al zijn rechten en afhankelijke goederen in de Hijnthamerstraat tegenover het Heilig Kruis op een zekere plaats die leidt naar de woning van de vader van het convent van Orthen tussen het erfgoed van dat convent aan een zijde en de Diese en het erfgoed van heer en magister Cornelius Eijmberti, priester en kanunnik in de Sint-Jan, aan de andere zijde. Petrus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Willelmus Henricxssen van Vechel dit huis, erf, hof, achterhuis met al zijn rechten en afhankelijke goederen overgedragen tegen betaling van:
  1. een grondcijns van 4 stuivers en 2 obels aan de koning als hertog,
  2. een afkoopbare cijns van 5½ gulden aan de erfgenamen van wijlen Bertholdus Vervoirt,
  3. een afkoopbare cijns van 12 gulden aan Godefridus Goijartssen,
  4. een erfcijns van 28 carolusgulden aan Rodolphus in diens vruchtgebruik en ten gunste van Petrus, als wettige echtgenoot van Francisca, waarvan de eerste betalingstermijn zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar.
De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat Willelmus deze cijns van 28 gulden altijd kan terugkopen met een bedrag van 400 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de eventuele achterstallige bedragen op voorwaarde dat deze terugkoop een half jaar tevoren wordt aangekondigd.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1763

1588 januari 5

Willelmus de Reys en Godefridus de Engelant, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Arnoldus, zoon van wijlen Godefridus, zoon van wijlen Johannes Vogels, aan Matheus, zoon van wijlen Johannes vanden Wege, overgedragen heeft ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan een erfcijns van 2 rynsgulden en het achterstallig bedrag van 1 jaar uit die cijns uit het derde deel van een huis, erf, onbebouwd stuk grond en achter aansluitend achterhuis in die Zadelstraet naast het huis en erf die Wage aan een zijde en het huis en erf van Stephanus, koperwerker, en verscheidene anderen aan de andere zijde, welke cijns Godefridus van Adrianus, zoon van wijlen Johannes die Keyser, gekocht had. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1128

1588 januari 5

  1. Arnoldus filius quondam Godefridi, filij quondam Johannis Vogels, a. et h.c. 1 car. gulden
  2. ... ex domo area et orto ... in vico sancti Georgij ... inter her. Nycolai
  3. ... die Spelmaecker e.u.l. et inter her. Domicellie Catharine, relicte ... Johannis die Os, filij Hermanni, et eius
  4. liberorum e.a.l., quem censum predictum, dictus Godefridus, filius quondam Johannis Vogels, erga Jacobum, filium quondam Henrici,
  5. Danielssen, emendo acquisierat ...
  6. leg. et her. supportavit Matheo
  7. filio quondam Johannis vanden Wege ad opus fabrice ecclesie sancti Johannis ...
  8. atque cum arrestadijs de uno anno ...
  9. potestate
  10. tamen dictum censum redimendum venditori eiusdem semper salva et reservata ...
  11. Testes ... Willelmus de Reys et Godefridus de Engelant. Datum 5 jan.
  12. 1588.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1834

1588 januari 28

  1. Willelmus Goessenssen de Jabeeck, tamquam maritus ... leg. Hadewigis ... et Adrianus Adriaenssen de Beeck
  2. tamquam maritus ... leg. Catharine ... filiarum quondam Jacobi vander Leijden et Christine, sue
  3. uxoris, filie quondam Adriani Zegerssen, ... tertiam partem ad ipsos et dictas suas uxores spectandes in a.
  4. et h.c. 62½ carolus gulden ...
  5. quem integrum
  6. c. predictum Theodericus, filius quondam Johannis Arnoldi Theoderici promiserat ...
  7. soluturum Johanni, filio quondam Adriani Zegerssen ...
  8. ex quodam manso terre ... in parochia de Dinther ad locum communiter dictum
  9. Loosbroeck, videlicet ex domibus areis, horreo, eius fundo domumcula dicta scoppe, orto, agris, terris, pascuis, pratis
  10. lignecrescentibus, ceterisque attinentijs et iuribus eiusdem mansi singulis et universis ...
  11. ei dictus Theodericus
  12. sub sua habebat et obtinebat cultura ...
  13. et que
  14. tertia pars a. et h.c. predicti dictis Willelmo et Adriano qualitatibus supra mediante quadam
  15. divisione her. inter ipsos et suos ... coheredes de bonis dicti quondam Johannis filij Adriani Zegerssen facta, cesserat
  16. in partem ... leg.
  17. et her. supporiaverunt Adriano, filio dicti quondam Adriani Zegerssen ...
  18. Testes ... scabini in BuscoduciS Rodolphus
  19. Aertssen et Godefridus de Engelant. Datum 28 jan. 1588.
Nummer: 1714

1588 maart 9

Johannes de Campen en Godefridus de Engelant, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Jacobus Gielissen, aan Nycolaus, zoon van wijlen Johannes vanden Laer, beloofd heeft te betalen 160 carolusgulden en 10 stuivers vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper na het verstrijken van 1 jaar wegens de verkoop van een huis, erf, hof en achterhuis in de Kerkstraat tussen het erfgoed van de erfgenamen van wijlen Johannes die Wolff en Elisabeth, diens vrouw, aan een zijde en het erfgoed van Gerardus de Tulden aan de andere zijde en het gebruiksrecht van een pad vanaf de openbare weg tot aan de Putstraet.
Zegels: (afhangende) bovenste zwaar beschadigd, onderste klein fragment.
Nummer: 1129

1588 maart 9

Johannes de Campen en Godefridus de Engelant, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Petrus, zoon van wijlen Jacobus Gielissen, aan Nycolaus, zoon van wijlen Johannes vanden Laer, beloofd heeft te betalen 300 carolus gulden op het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper wegens de verkoop vandaag van een huis, erf, hof en achterhuis in de Kerkstraat tussen het erfgoed van de kinderen van wijlen Johannes die Wolff, en Elisabeth, zijn vrouw, aan een zijde en het het erfgoed van Gerardus de Tulden aan de andere zijde, en het gebruiksrecht van een pad vanaf de openbare weg tot aan de Putstraet.
Zegels: (afhangend) beide ontbreken.
Nummer: 1130

1589 februari 13

  1. Thielmannus filius quondam Willelmi Hagens ... et quondam Mechteldis, sue uxoris ... filie quondam Willelmi Weygergancx ... tam pro se ipso et idem Thiel-
  2. mannus tamquam potens ad infrascripta ... certarum litterarum scabinorum de Buscoducis ac vigore potestatis sibi a Sophia et Willelma ... filiabus quondam magistri Nijcolai de Ravesteijn
  3. ... et quondam Heijlwige sua uxore, filia quondam Willelmi, filij quondam Christiani Weijgergancx ... et pro reliquis
  4. liberis et heredibus eorundem quondam magistri Nijcolai et Heijlwigis, pro quibus sese fortem fecerat et facit per presentes Henricus, Bartholomeus et Aelberbus, ... filij quondam Jasparis van der
  5. Lijnden ... et quondam Heijiwigis, sue uxoris, filie quondam Willelmi Weijgerganx ... pro una quarta parte, Cornelius filius quondam Christiani, filij quondam
  6. Thielmanni Weijgergancx, Johannis Janssen, carpentator tamquam maribus ... Catharine ... filie dicti quondam Christiani, filij quondam Thiel
  7. mannus, filius quondam Thielmanni dicti quondam Christiani, filij quondam Thuielmanni Weygergancx pro se ipso et idem Thielmannus pro Everardo, suo fratri, Heijlwige et Anna, sororibus, liberi
  8. dicti quondam Thielmanni, filij quondam Christiani, filij quondam Thielmanni Weygergancx, pro quibus se fortem fecerat et facit per presentes Hermannus, filius Wijnandi Adriaenssen tamquam maritus ...
  9. Godefride filie quondam Jacobi, filij dicti quondam Christiani, filij quondam Thielmanni Weygergancx et Johannes Peterssen, rotifex, tamquam maritus ...
  10. Catharine filie quondam Anthonij Jacopssen et quondam Catharine, sue uxoris, filie dicti quondam Christiani, filij quondam Thielmanni Weijgergancx
  11. ... pro secunda quarta parte. Christianus, filius quondam Anthonij filij quondam Willelmi Weijgergancx pro se ipso eb idem Christianus tamquam potens ad infrascripta vigore cer-
  12. tarum literarum procuratorialium scab. de B.D. ac vigore potestabis sibi ab Amelio, suo fratre, filio eiusdem quondam Anthonij, filij dicti quondam Willelmi Weijgergancx et a IJsbrando
  13. Franssen de Rotterdam, tamquam marito Marie ... filie quondam Christiani Engels ... et quondam Adriane Weijgergancx, sue uxoris ... et a Petro Elincx
  14. de Breda marito et tutore ... Gertrudis Engels, sue uxoris, Adriana et Johanna Engels ... Et idem Christianus pro magistro
  15. Henrico Verstrepen tamquam marito ... Anthonie ... filie dicti quondam Anthonij Weygergancx pro quo se fortem fecerat et fecit per presentes. Et Johannes, filus
  16. quondam Petri Want tamquam potens a liberis quondam Stephani Civeliers ... et quondam Hillegonde, sue uxoris, filie dicti quondam Anthonij Weijgergancx, pro quibus ...
  17. Johannes Want se etiam fortem fecerat et facit per presentes. Pro tertia quarta parte Johanna, filia quondam Arnoldi Pels ab eodem quondam Arnoldo et quondam Anna, sua uxore, filia
  18. quondam Johannis de Horssen des cuijpers ab eodem Johanne et quondam Margareta Cuijpers, eius uxore ... pro se ipsa et eadem Johanna et cum ea dictus Johannes Want tamquam
  19. potentes ad infrascripta ... burgimagistrorum ... opidi Antwerpiensis ac vigore potestatis sibi in ijsdem litteris ab Abrahamo
  20. filio quondam Arnoldi Pelt et Anne predictorum ... et tamquam potentes a liberis quondam Godefridi de Kreijen ... et quondam Marie
  21. sue uxoris, filie eorundem quondam Arnoldi Pelt et Anne predictorum pro quibus se etiam fortes fecerunt ... Pro reliqua quarta parte tamquam heredes quondam
  22. Johannis, filij quondam Christiani Weijgergancx cum tutore dicte Johanne ... medietatem totamque partem et omne ius ad ipsos qualitate ut supra spectantes
  23. in domo, area orto, domo posteriori et omnibus suis iuribus et attinentijs ad finem vici Orthensi ultra ... Sevensteensche Brugge inter her. Martini ... de Amstel e.
  24. u.l. et inter her. Henrici ... Zegers e.a.l. et dehinc siti erant ibidem inter her; liberorum quondam Martini de Amstel e.u.l. et inter her. Catharine, relicte
  25. ... Johannis Knoop e.a.l. tendente a communi vico die Orthenstraet ... ad alium vicum retro capellam beatorum Petri et Pauli ... dictum Den Hoeck. Que premissa integra Willelmus
  26. filius quondam Arnoldi Goessenssen, maritus ... Catharine ... filie quondam Johannis, filij quondam Willelmi Janssen Naselmaeckers her. supportaverat dicto Johanni, filio
  27. quondam Christiani, filij quondam Wellemi Weygergancx ...
  28. dederunt ad a. et h.c. Andree, filie quondam Johannis de Luydick, consiliario et reddituario opidi de Busco-
  29. ducis ... pro censu fundi duorum Willelmus Thuijnen ... domino nostri duci ...
  30. atque pro a. et h.c. 5 carolus gulden ...
  31. et 4 consimilium stuferorum ... dicto Cornelio, filio quondam Christiani, filij quondam Thielmanni Weijgergancx ...
  32. et pro primo solutionis termino a festo Nat. B.J.B. proxime futuro ultra annum ...
  33. Testes ... scabini in Buscoducis Hermannus Pelgrom et Lambertus (Remmens ?) Datum 13 februari
  34. 1589.
Dorsaal: Dese rente is uut (huys ?) op het Orten Eynde en ploech opten sesendetwintichsten dach julij sesthien hondert. Soe hebben de kerckmeesters van Sint-Peters kercke getelt aen Peter Janssen de Weyer de som van vyffentseventich carolus gulden waer mede desen brieff aen hem is gequeten ende voldaen ende noch soe hebben de selve kerckmeesters voer date getelt aen Jan Heeren de somme van vyffentwintich carolus gulden in (ats) de somme van hondert carolus gulden voor de gront ende erffenisse van seker huys dat de voorseyde Jan Heeren gecoft hadde van mijn heer Andries van Luyck ende die voerseyde Peter de Weyer ende Jan Heeren hebben dese in teken der waerheit met haere eigen hant onderteekent op date voerseyde. (volgen de namen)
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1715

1589 april 20

  1. Alzoe zeekere questien en geschillen bij manieren van proces critoir opgestaen ... waren tussen de fabrijckmeesters van Sint Jans ...
  2. ter eenre en Willems, soene wijlen Henrix Michielssen ter andere zijden, oirspronck nemende ter cause van
  3. eenen jaerlycken ende erffelycken pacht van twee ende een halve mudden roggen in eenen jaerlycken pacht van drie mudden roggen ...
  4. uuijt de goeden Henrix Coman ... in Blaerthem welcken voers. geheelen pacht die voerseyde Henrick Coman
  5. bekent hadde erffelyck vercoft te hebben Francken de Talamis, de neve van Andries Valant, ...
  6. ende welcken voerseyde pacht daernae die voerseyde Franco de Thalamis op saterdach nae dertiendach Inden Jaere derthienhondert vier ende veertich gegeven ...
  7. hadde Henricken vanden Laere, synen swaeger ter zaecken vande houwelycken voerwaerde met Mechtelden, zijne dochtere ... ende daernae Rutger
  8. ende Herberch, kynderen Christiaens Coninck ende Thomas ... vanden Engelsman, wettich man ... van Eufemie, dochtere des voerseyde
  9. Christiaens deen helft van de voerschreven pacht erffelyck vercocht hadden Henricken Raidt op vrijdach naden sondach alsmen singht Jubilate in ...
  10. 1386 ende alnoch daernae Henrick Raidt, wittich man ... van Bele ..., dochter Henrix de Laer, de voerseyde geheelen pacht van
  11. drie mudden ... vercoft hadde Goijarden Schijndel tot behoeff der voerseyde fabrijcke van Sint-Jans ... des anderen dachs nae
  12. Sint-Severijn biscop inden jaere duysent driehondert sess ende tachtentich ...
  13. ende van welcken voerschr. pacht van 2½ mudden roggen die voerseyde Willem Michiels ende voergenaemde Henrick, zijnen vader, ende Michiel, de
  14. verwer, zijnen grootvader, als possesseurs van een hoeve lantz met allen haeren rechten ende toebehoorten genoempt Cleijn Eijndoven ... eensdeels inde prochie
  15. van Zeelst Inde Biesen, eensdeels onder de prochie van Blaerthem daer Pauwels Henricxssen als laet op woonende en over veele jaeren leste herbrengers ende
  16. betaelders zijn geweest die de voerschreven Willem alnoch is Omme welcke questien ... te beslichten mijnen heeren schepenen tot commissarissen hadden
  17. geordineert Meester Goijarden Lombarts de Enckevoirt, meester Zegeren Adriaenssen ende meester Diricken van Vechel, raitheren der voirseyde stadt bij moderatie ende
  18. lequidatie van welcke heren Commissarissen die voerschreven fabrijckmeesters ter eenre ende die voerschreven Willem Michielssen ter andere zijden, met malcanderen waren
  19. ... veraccordeert in manieren naebescreven te wetene dat die ... fabrijcke zoude blijven in haer ... possessie van jaerlicx te
  20. ... den voerschreven pacht van twee ende een halff mudden roggen ende belangende den achterstel van welcken pacht tot Lichtmis
  21. toe anno 88 incluijs verschenen was uuijtgesproken ende geaccordeert dat de voerschreven Willem daer voer uuyten voerschreven hoeve zoude
  22. vesten een renthe van sess gulden ende vijff stuvers siaers. Ende (omme ?) sgeens voerschreven is te effectueren ende te voldoen. SOE IS GESTAEN voer
  23. schepenen ondergeschreven voerschreven Willem, soene wilner Henrix Michielssen ende heeft geloeft ... te betaelen Arnden
  24. van Bruegel, een van de fabrijckmeesters der voorschreven kercke tot behoeff vande fabrijcke der kercke ... eenen jaerlicken ende erffelicken chijns van
  25. sess gulden ... ende vijff der gelijcke stuvers ...
  26. ende voerden ierste termijn ... Lichtmisse naestcoemende ...
  27. der voerseyde fabrijcke aff zal doen geheel
  28. uuytgenoemen den voerschreven jaerlycken ende erffelycken pacht van 2½ mudde der voirseyde fabrijcke ende eenen jaerlicken pacht van
  29. seven mudden van roggen maten van Oirle der Taeffelen vanden Heijligen Geest binnen deser stadt ...
  30. met conditien hierinne toegedaen dat die voerschreven Willem Michielssen den voerschreven ... chijns
  31. van 6 gulden ende 5 stuvers altyt sal mogen lossen ... metter somme van 100 carolusgulden ...
  32. Ende metten jaerchyns ende
  33. achterstellen ... Behoudelicken dat hij alsulcken loss een halff jaer te vorens zal te kennen geven ...
  34. Getuijgen ... schepenen in Shartogenbossche Gregoris vander Meer ende Goyart van Engelandt. 20
  35. april 1589.
Dorsaal: ? folio 166.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1716

1590 februari 6

Gerardus vanden Berge en Ghysbertus vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henrica, dochter van wijlen Herbertus Dierixsen vanden Hoevel, aan Mathio Janssen vanden Wege ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een erfcijns van 4 carolusgulden uit:
  1. een stuk hooiland, 1½ dag hooien groot, in de parochie Boxtel op Cleynder Liempde tussen het erfgoed van Thomas Janssen aan een zijde en de Dommel aan de andere zijde,
  2. een stuk wei, Coeweyde, genoemd Die Cuylen, 1 mudzaat groot, gedeeltelijk hei, gedeeltelijk wei, tussen het erfgoed van het convent der karthuizers in Vucht aan een zijde en de gemene gronden Mosvenne aan de andere zijde,
  3. een akker, 't Sestersaet, 1 zester groot, aan beide zijden tussen het erfgoed van Johannes Elis,
welke cijns Petrus, zoon van wijlen Johannes Peterssen, wonend in Cleyner Liempde aan Henrica verkocht had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1465

1590 augustus 11

Zegerus Adriani en Henricus de Hont senior, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Zegerus, zoon van wijlen Johannes Otten en van wijlen Margareta, diens vrouw, dochter van wijlen Adrianus Zegers, aan Adrianus, zoon van wijlen Adrianus Zegerssen, de huidige ontvanger van de stad Den Bosch, overgedragen heeft het derde deel en al zijn rechten in dat derde deel van een erfcijns van 62½ carolus gulden met alle achterstallige bedragen daaruit uit een zekere hoeve in de parochie Dinther in Loosbroeck, namelijk een huis, erf, zijn schuur, scoppe, hof, akkers, weiden, beemden, houtgewas en alle overige afhankelijke goederen en rechten van die hoeve, welke cijns Theodericus, zoon van wijlen Johannes Arnoldi Theoderici, die destijds deze hoeve in gebruik had, aan Johannes, zoon van wijlen Adrianus Segerssen, verschuldigd was, en welk derde deel van het derde deel van die cijns Zegerus Janssen door de dood van Johannes, zoon van Adrianus Zegerssen, en Heylwig, diens weduwe, geërfd had.
Zegels: linkerzegel zwaar beschadigd, rechterzegel licht beschadigd.
Nummer: 1131

1590 december 10

Jeronimus Wynants en Jacobus de Balen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Herbertus, zoon van wijlen Johannes vanden Weijer en van wijlen Mechteldis, diens echtgenote, dochter van wijlen Johannes, zoon van Henricus Franssen de Gestel, aan Franciscus Henricxssen de Gestel, schepen van de stad Den Bosch, heeft overgedragen een erfcijns van 6 carolusgulden en 5 stuivers en de achterstallige bedragen over de laatste 4 jaar uit:
  1. huis, erf, hof en aangrenzend erfgoed, 1 mudzaat groot, in de parochie Dinther op de plaats Opstal tussen het erfgoed van de Heer van Cloetingen aan een zijde en de openbare weg aan de andere zijde,
  2. een stuk akker, 12 lopenzaat groot, Hulsacker, aan beide zijden tussen het erfgoed van de Heer van Keerbergen,
  3. een stuk moerasgrond tussen het erfgoed van Nijcolaus, zoon van wijlen Arnoldus Claesen aan een zijde en het erfgoed van Egidius Celen aan de andere zijde,
welke cijns Johannes, zoon van wijlen Henricus Janssen de Gestel, anders genoemd Francen, aan magister Godefridus Grootaert de Os, ten gunste van Henrica, diens dochter, had overgedragen en welke cijns Herbertus door de dood van Henrica, dochter van Johannes, zoon van wijlen Henricus Janssen de Gestel, anders genoemd Franssen, en van wijlen Catherina, diens derde vrouw, dochter van wijlen magister Johannes (ruimte is opengelaten !) geërfd had. De verkoop heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper deze cijns altijd kan terugkopen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1466

1591 augustus 14

  1. Willelmus filius quondam Goeswini, filij quondam Willelmi de Jabeeck tamquam potens ad infrascripta vigore apostille duorum scabinorum in margine
  2. cuiusdam supplicationis prefatis dominis scabinis a dicto Wilhelmo exhibet apostillate ac vigore potestatis sibi Willelmo in eadem
  3. apostilla ut apparebat date et concesse cuius siquidem apostille continet tertia die ... augusti anno Domini millesimo
  4. quingentesimo nonagesimo primo, domum, aream, vacuam her. ledige plaetse ac domum posteriorem cum suis
  5. fundo, iuribus et attinentijs ... in vico Hinthamensi inter her. Jacobi van Hove, relicti ... Margarete ...
  6. filie Arnoldi Neyssen et eius liberorum, quodam transitu ... e.u.l. et inter her. Adriani
  7. filij quondam Segeri Eliassen e.a.l. Salvo unicuique suo iure in muris domus predicte salvo etiam Godefrido, filio Mathie
  8. de Ekart, aurifabro, quadam via ibidem protensa a dicto vico usque ad her. seu domum posteriorem eiusdem Godefridi retro
  9. domum predictum. Insuper ius utendi dicta via atque cum iure viandi ad quendam puteum ibidem ... retro domum predictum simul
  10. etiam cum iure utendi dicto puteo similiter Godefrido predicto seu possessori pro tempore posterioris her. predicte. Que
  11. premissa dictus Goeswinus, filius Willelmi de Jabeeck erga Jacobum et Hadewigem, liberos quondam Everardi, filij quondam Jacobi de
  12. Arkel, Jacobum, filium Nycolai de Delft, tamquam maritum ... Katharine ... et Theodericum, filium quondam
  13. magistri Ewaldi Mallants tamquam maritum ... leg. Aleydis ... filiarum dicti Everardi, filij Jacobi de Arkel,
  14. tam pro se ipsis quam pro Stephano, filio ... dicti quondam Everardi, filij Jacobi de Arkel, pro que se fortes fecerant, acquisierat
  15. ... Et que premissa cum suis iuribus et attinentijs
  16. predictis pronunc ibidem sita sunt inter her. Alardi Henrixsen de Dommelen dicta via interiacente e.u.l. et inter
  17. her. Johannis vanden Borcht e.a.l. et tendunt a dicto vico ad her. olim Bartholdi vander Voort, depost
  18. Ghysberti Goyartssen de Bathesen, nunc vero dicti Alardi de Dommelen ... ac dicto Willelmo quoad eius usufructum et
  19. suis liberis quoad eorum ius her. mediante quodam divisione her. in partem cesserunt ...
  20. et cum toto iure sibi et suis liberis ... in eisdem quovismodo competentem dedit ad a. et
  21. h.c. Johanni, filio quondam Egidij Dierixsen de Boxtel ...
  22. pro censu fundi ... duci et h.c. 10 £ ...
  23. rectori altaris sancti Georgij in ecclesia de Eyndoven annuatim prius ... conventionibus
  24. conditionibus et restrictionibus inter proprietarios primodicte domus et her. sibi adiacente factis ... in suis vi ...
  25. permansuris ...
  26. atque pro a. et h.c. 28 carolus gulden ...
  27. dicto
  28. Willelmo quoad eius usufructum et liberis legitimis eiusdem Willelmi ... iuxta tenorem testamenti Goeswini
  29. de Jabeeck predicti quoad eiorum ius her. a Johanne de Boxtel predicto ...
  30. et pro primo solutionis termino a festo N. B.J.B. proxime futuro ultra annum
  31. Tali conditione annexa quod dictus Johannes de
  32. Boxtel dictum censum 28 florenorum redimere et aquitare poterit perpetue simul et semel cum ...
  33. 400 ... carolus gulden ...
  34. et cum censu anni redemptionis
  35. et arrestadijs ... salvo quod idem Johannes huiusmodi redemptionem per medium annum
  36. leg. preintimabit. Testes ... scabini in Buscoducis Arnoldus de Broegel et Hermannus de Hueven. Datum
  37. 14 aug. 1591.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1717

1592 januari 28

Everardus die Borchgrave en Hermannus Pelgrom, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Arnoldus vanden Mee, aan Cornelius Janssen van Roij overgedragen heeft een huis, erf, hof en achterhuis in de Hinthamerstraat tussen het erfgoed van Gregorius vanden Meer, consul van deze stad, aan een zijde en het erfgoed van Godefridus Pijnappel, zoon van Marcelius, en Gregorius aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf die straat tot aan het erfgoed van Gregorius, welke goederen Petrus, zoon van wijlen Eymbertus, zoon van wijlen Paulus, zoon van wijlen Petrus vanden Keer aan Henricus in cijns gegeven had, met als lasten voor Cornelius:
  1. een grondcijns van 1 stuiver aan de koning als hertog van Brabant,
  2. een erfcijns van 12 £ aan de rector van het Sint-Leonardusaltaar in de Sint-Jan,
  3. een afkoopbare cijns van 21 gulden aan Petrus vanden Keer,
  4. de lasten die van oudsher op de erfgoederen daar in die buurt rusten.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1467

1592 februari 23

anno Domini millesimo quadringentesimo (sic !) nonagesimo secundo

Theodericus die Borchgrave en Adam Roempot, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Gerardus, zoon van wijlen Gerardus vander Coeveringhe, aan Beatrix, weduwe van Johannes Graesvenne, ten gunste van haar vruchtgebruik en dat van Beatrix en Jutta, haar kinderen, verkocht had een stuk bouwland, 6 lopenzaat groot, binnen de vrijheid van de stad Den Bosch op de plaats Die Dungen op Die Dryeborcht tussen het overige erfgoed van Gerardus aan een zijde en het erfgoed van erfgoed van Henricus Roeloffs soen aan de andere zijde. Beatrix, de moeder, Beatrix en Jutta, haar dochters, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan Johannes, zoon van wijlen Johannes Keymp, verkocht een erfcijns van 5 £ uit dat voernoemde stuk grond en uit het aangrenzende huis, erf, hof en stuk grond tussen het erfgoed van van de verkoopster aan een zijde en het erfgoed van Arnoldus Janssoen aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Aa tot aan het erfgoed van Petrus, zoon van wijlen Engbertus Peterssen en Petrus Diericxsen.
Dorsaal:
  1. dominus Joachimus Goswini Walravens capellanus et rectoir in Middelroj Schijndelius (Vander Weeghe)
  2. Godefridy Loeff vanden Sloot nomine (pretoris ?)
  3. Lata XI augustus 1620 ? Gastel ? Dungen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1469

1593 juli 17

Godefridus Loeff en Ghijsbertus vander Stegen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Ghijsbertus en Elizabeth, zijn zus, kinderen van wijlen Lucas Steijnssen, aan Matheus, zoon van wijlen Johannes vanden Wege, ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan overgedragen hebben een erfcijns van 3 carolus gulden uit een huis, erf, hof en landbouwgrond aan weerszijden van dat huis, 19 lopenzaat groot, in de parochie Oss tussen het erfgoed van Henricus, zoon van wijlen Petrus Henricus Arntssen aan een zijde en het erfgoed van Heijmericus, zoon van wijlen Remboldus Goijens aan de andere zijde, welke cijns Jacobus, Remboldus en Johannes, broers, kinderen van wijlen Arnoldus Rembouts, aan Christina, dochter van wijlen Lucas, overgedragen hadden.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1132

1593 augustus 11

Martinus Moins en Leonardus Vos, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Theodericus, zoon van wijlen Ludolphus Diricxssen, als wettige echtgenoot van Catarina, dochter van wijlen Matheus Henrixssen, seeldreyer, Thomas Dirixssen van Heynsberch, ijzersmid, als wettige echtgenoot van Gerarda, dochter van wijlen Arnoldus Henrixssen de Scayck, erfgenamen van Johanna, wettige dochter van wijlen Egidius de Bocxmer en van wijlen Gerarda, aan Henricus Wouterssen, Henricus de Cueringen, magister Johannes Typoets en Johannes Jacopssen, brouwer, als meesters van de kerkfabriek van de Sint-Petrus en Paulus ten gunste van die kerkfabriek hebben overgedragen een erfpacht van 1 mud rogge uit een stuk landbouwgrond, 6 lopenzaat groot, in de parochie Os op Dosservelt tussen het erfgoed van Rutgerus Coomans aan een zijde en het erfgoed van Symon Mathyssen aan de andere zijde, welke pacht Johannes, zoon van wijlen Eimbertus Janssen, als wettige echtgenoot van Jutta, dochter van wijlen Simon Janssen, en Jutta, aan Gerarda, weduwe van Michael Janssen de Boxmer, overgedragen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1176

1593 november 4

Gregorius vander Meer en Reynerus de Haze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Henricus Willemssen, anders genoemd de Man, wettige weduwnaar van Catharina, dochter van wijlen Jacobus Peterssen, aan Henricus, zoon van Arnoldus Martens, wettige echtgenoot van Adriana, en aan Willelmus, zoon van Adrianus Goyartssen, wettige echtgenoot van Yda, dochters van Henricus en Catharina, had overgedragen zijn vruchtgebruik in een erfcijns van 1½ carolusgulden uit de helft van een stuk hooigrond, 7 lopenzaat groot, in de Sint-Lambertusparochie in Vucht in Cromvoert Inde Cromvoertse Beempden tussen het erfgoed van de Heer van Cloetingen aan een zijde en de gemene gronden van Helvoirt aan de andere zijde. Henricus en Willelmus zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben aan heer en magister Johannes Havens, kanunnik en plebaan van de kerk van de stad Den Bosch, en aan Godefridus de Engelant, raadslid van die stad, als executeurs van het testament van heer Jaspar Craen, kanunnik van de voornoemde kerk, ten gunste van een jaargetijde voor heer Jaspar, die cijns overgedragen. De overdracht heeft plaatsgevonden op voorwaarde dat de verkoper van deze cijns hem altijd kan terugkopen.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel zwaar beschadigd.
Nummer: 1470

1594 juni 21

De kerkmeesters van de Sint-Jan oorkonden dat zij Henrick, Geerarts soen, van Stiphout, of degene die door Henrick in diens plaats aangesteld wordt, als procurator benoemen in het proces voor de Raad en het Leenhof van Brabant in Holland, dat Jan, Peters soen, van Gemert, man van Henricxke, dochter van Jaspar van Bell, en voogd van de minderjarige broers en zus van Henricxke, aangespannen heeft tegen Jenneke, weduwe van Jan van Duijnhoven, pachteres van de hoeve van de kerk te Ricxstel.
Zegel: (opgedrukt) onbeschadigd.
Nummer: 1720

1594 juni 22

Godefridus de Vlierden en Lambertus Remmens, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Elizabeth, dochter van wijlen Christianus, zoon van wijlen Gerardus Coenen, wonend in de stad Grave, aan Augustinus Chiermans, procurator van de rechter in Den Bosch, heeft overgedragen een erfcijns van 5 carolus gulden uit een erfcijns van 16½ carolus gulden, welke gehele cijns Petrus, goudsmid, zoon van wijlen Henricus die Greve, aan Stephanus Want, wettige weduwnaar van Johanna, zoon van Henricus Want, bontwerker, verschuldigd was uit een huis en erf samen met zijn afhankelijke goederen, namelijk een hof, die waren van wijlen Ghijbo de Maren, nu van Stephanus, in de Kerkstraat tussen het erfgoed van Henricus Zijbertssen, bontwerker, aan een zijde en het erfgoed van Henrica, weduwe van magister Arnoldus Sweders aan de andere zijde. Bovendien uit een zeker achterhuis, dat vroeger van Johannes Vinninck was, later van Godefridus de Eeckarts, nu van Stephanus, en uit een zekere hof in de Hinthamerstraat tussen het erfgoed van Henrica en het erfgoed van Zegerus Janssen aan een zijde en het erfgoed van heer Gerardus Hugonis, priester aan de andere zijde en uit het gebruiksrecht van een zeker pad, 3½ voet vanaf die hof naar de Hinthamerstraat tot aan dezelfde weg tussen het erfgoed van Herbertus ?appen, goudsmid, en Arnoldus Scheynaker aan een zijde en het erfgoed van heer Gerardus en Arnoldus Neysen aan de andere zijde, samen met het gebruiksrecht van een zekere put die daar staat met andere (niet gespecificeerde) personen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1471

1594 juli 4

Jeronimus Wijnants en Reijnerus de Haze, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Cornelius, zoon van wijlen Henricus, zoon van wijlen Johannes Keijmp, aan Franciscus Willelmi ten gunste van de kerkfabriek van de Sint-Jan heeft overgedragen een een erfcijns van 3 carolus gulden uit:
  1. akker, 10 lopenzaat groot, Die Hage, in de parochie Nistelre op de plaats Die Hage tussen het erfgoed van Johannes Monix, zoon van wijlen magister Johannes Monix senior, aan een zijde en het erfgoed van Ghibo Roeloffsen aan de andere zijde,
  2. een zekere akker, 9 lopenzaat groot, op Die Vorst tussen het erfgoed van de zusters Opten Wyntmolenberch aan een zijde en het erfgoed van Henricus Inden Hooren aan de andere zijde,
welke cijns Catherina en Heijlwig, zussen, dochters van wijlen Johannes Alarts en van wijlen Mechteldis, diens vrouw, aan Henricus Keymp, zoon van wijlen Johannes Keymp, overgedragen hadden en welke cijns Cornelius bij een erfdeling gekregen had. De overdracht heeft laatsgevonden op voorwaarde dat Cornelius deze cijns altijd kan terugkopen met 50 carolusgulden, de cijns van het jaar van terugkoop en de achterstallige bedragen op voorwaarde echter dat hij deze terugkoop een half jaar tevoren aankondigt.
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel fragment.
Nummer: 1472

1595 januari 7

Henricus Francisci de Gestel en Lambertus Remmens, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Johannes Celen, wettige weduwnaar van Henrica, dochter van wijlen Nicolaus, zoon van wijlen Arnoldus, Henricxs soen, aan Henricus, zoon van Thomas, Diricxs, soen de Duynhoven, wettige man van Mechteldis, en aan Johannes, zoon van Henricus, Diricxs soen, wettige echtgenoot van Heylwig, dochters van Henricus en Henrica, ten gunste van hen en van Johannes senior, Nicolaus en Johannes junior, broers, minderjarige kinderen van Henricus en Henrica, overgedragen heeft het vruchtgebruik dat hem toekwam in alle roerende en onroerende goederen die Henrica nagelaten had.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1133

1595 januari 7

Henricus Francisci de Gestel en Lambertus Remmen, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Henricus, zoon van wijlen Johannes Celen, wettige weduwnaar van Henrica, dochter van wijlen Nicolaus, zoon van wijlen Arnoldus Henricxssen, aan Henricus, zoon van Thomas Diericxssen de Duynhoven, wettige echtgenoot van Mechteldis, en aan Johannes, zoon van Henricus DiricXssen, wettige echtgenoot van Heylwig, dochters van Henricus en Henrica, ten gunste van hen en ten gunste van Johannes senior, Nicolaus en Johannes junior, broers, kinderen van Henricus en Henrica, had overgedragen zijn vruchtgebruik in alle roerende en onroerende goederen die de kinderen van Henrica bij haar dood geërfd hadden. Henricus, zoon van Thomas, en Johannes, zoon van Henricus, zijn nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en hebben namens Mechteldis, Heylwig, zichzelf en uit naam van Johannes senior, Nicolaus en Johannes junior, waarvoor zij zich sterk gemaakt hebben, aan Ghysbertus vanden Velde ten gunste van Arnoldus de Broegell, raadslid van de stad Den Bosch en kerkmeester van de Sint-Jan verkocht de helft en alle rechten daarin van een stuk wei- en hooiland, 6 voren (sillas) groot, in de parochie Aerle en Beecke aan beide zijden en een einde tussen erfgoederen die aan de hoeve Den Grooten Laer toebehoren en die vroeger van Johannes Hoernken waren en met het overige einde tot aan de Pees Gal die daar stroomt, van welk wei- en hooiland de andere helft bekend staat toe te behoren aan de kerkfabriek van de Sint-Jan, met als last een grondcijns van 1 blank in het boek van Lieshout.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1472A

1595 januari 7

  1. Notum sit universis quod, cum Henricus filius quondam Johannis Celen, relictusque leg.
  2. Henrice ... filie quondam Nicolai, filio quondam Arnoldi Henrixssen usufructum sibi competentem in omnibus singulis bonis mobilibus et
  3. her. in quibus dicta Henrica eius uxor decessit ... in illis
  4. videlicet bonis her. que liberis eorundem Henrici et Henrice ... per mortem dicte Henrice, eorum matris, her. advoluta sunt et
  5. adhuc et post mortem dicti Henrice her. advolvendum erant dicebat leg. supportasset Henrico, filio Thome Diericxssen
  6. de Duynhoven, mar. leg. Mechteldis ... et Johanni, filio Henrici Diricxssen, marito leg. Heylwigis ...
  7. filiarum dictorum Henrici Celen et Henrice ... ad opus eorum et ad opus Johannis senioris Nicolai et Johannis junioris,
  8. fratrum, filiorum ... eorundem Henrici et quondam Henrice ...
  9. CONSTITUTI igitur coram scabinis infrascriptis dictus Henricus, filius Thome Diricxssen de Duynhoven tamquam
  10. maritus ... leg. Mechteldis ... et Johannes filius Henrici Diricxssen tamquam maritus ...
  11. Heylwigis ... pro se ipsis et adhuc dicti Henricus filius Thome Diricxssen et Johannes et cum eis dictus Henricus, filius quondam
  12. Johannis Celen nomine et ex parte dictorum Johannis senioris, Nicolai et Johannis junioris, filiorum impuberum predictorum Henrici
  13. et Henrice ...
  14. medietatem totamque partem ac omne ius ad ipsos ... et dictis filijs impuberibus spectantes in petia pascue
  15. seu fenalis terrem toto sex sillas ... in parochia de Aerle et Beecke inter her. spectantes ad mansum ...
  16. Den Grooten Laer, olim Johannis Hoernken e. utroque l. et fine uno tendente cum reliquo fine ad aqueductum ibidem fluentem dictum Den
  17. Pees Gal de qua petia pascua seu fenalis terre reliqua medietas ad fabricam ecclesie ... Johannis in B.D.
  18. pertinere dinoscitur ... leg. et her. vendiderunt Ghysberto vanden Velde ad opus Arnoldi de Broegell
  19. consiliari dicti oppidi et magistri ecclesie ... Johannis ...
  20. deponent omnino exceptis censu fundi unius blance ... in libro de Lieshout ex dicta integra pascue
  21. ... Testes ... scabini in Buscoducis Henricus Francisci de Gestel et Lambertus
  22. Remmen. Datum 7 jan. 1595.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1472A

1595 januari 26

Goyart van Engelant en Peeter Pelgrom, schepenen in Shartogenbossche, oorkonden dat heer en meester Goyvardt van Vlierden, priester en kanunnik van de Sint-Jan en heer Andries van Hoesselt, priester en beneficiant in dezelfde kerk, als executoren van het testament van wijlen heer en meester Cornelis, Eymberts zoon, priester en kanunnik van die kerk, aan Appolonia Kersselaer, Jans dochter, van Antwerpen, hebben overgedragen een huis, erf met al zijn rechten en afhankelijke goederen in de straat die loopt van de Hynthamerstraet naar het convent van de zusters van Orthen aan de stenen brug tussen het erfgoed van Everardt vanden Water, zoon van Jan vanden Water, zoon van wijlen Everardt vanden Water, aan een zijde en 't gemeyn water daar stromend aan de andere zijde, welk huis, erf met al zijn rechten en afhankelijke goederen de eerstgenoemde Everardt vanden Water, als wettig man van Elisabeth, dochter van wijlen Henricx die Huesch en van wijlen Martha, dochter van wijlen Zeger Jan Goyarts, aan meester Cornellis, Eymberts zoon, op 9 september 1573 had verkocht. De overdracht heeft op de volgende voorwaarden plaatsgevonden:
  1. De (niet nader gespecificeerde) overeenkomsten indertijd gesloten tussen meester Cornelis en Everardt vanden Water gemaakt had blijven van kracht.
  2. De eigenaar van de houten brug zal de balk die in de muur van dat huis bevestigd is, mogen vervangen als deze breekt en de schade die aan de muur van dat huis dan aangebracht wordt zal dezelfde eigenaaraar helemaal vergoeden.
  3. Apollonia en de executeurs zullen het open gat tussen de steiger van dat huis en die houten brug met een stenen muurtje of houten schutting dichtmaken en zij zullen dit muurtje of de schutting voortaan altijd op beider kosten onderhouden.
Zegels: linkerzegel licht beschadigd, rechterzegel ontbreekt.
Nummer: 1500

1595 januari 26

De inhoud van deze akte is identiek aan de voorgaande. Het enige verschil is:
Zegels: linkerzegel ontbreekt, rechterzegel fragment.
Nummer: 1501

1595 april 20

Ariaen, zoon van Henric die Hoesch, zoon van wijlen Nicolaes die Hoesch, heeft verklaard dat Henrick, zoon van Wouter van Cueringhen, en Jan Typoets, als kerkmeesters van de Sint-Pieter, afgelost hebben de erfcijns van 2 £ die door het convent van de Minderbroeders op 1491 november 4 aan Nycolaus die Hoessche, bontwerker, was overgedragen en dat zij tevens de achterstallige bedragen van deze cijns hebben afgelost. Deze kwitantie was mede ondertekend door Walraeven van Haenenberch en Aernt Wouters van Haubraken, beide notarissen en poorters van Den Bosch.
N.B.:
  1. Dit is een dorsale aantekening van de genoemde akte van 1491 nov. 4.
  2. Deze akte is ten onrechte opgeborgen bij het archief van de Sint-Jan.
Nummer: 1087

1595 juni 12

Everardt die Borchgrave en Peeter Pelgrom, schepenen in Shartogenbossche, oorkonden dat Aernt van Broegel, meester Herman Pelgrom en Mathys vander Meer, als kerkmeesters van de Sint-Jan, daartoe gemachtigd door het stadsbestuur, aan Henricxke, weduwe van Geerlincx Aaertssen, wassenkersmaecker, verkocht hebben een huis, erf, hof en achterhuis met al zijn rechten en afhankelijke goederen, "De Drye Raucovels", waar nu den verloren arbeyt uuythangt, in de Kerckstraet op de hoek van de Thorenstraet tussen het huis en erfgoed van de kerk aan een zijde en de Thorenstraet aan de andere zijde, zich uitstrekkend vanaf de Kerckstraet tot aan het erfgoed van de kerk met als lasten grondcijnzen van 3 stuivers en 6 denier en 2 stuivers en 9 denier aan de hertog van Brabant. De verkoop heeft plaatsgevonden op de volgende voorwaarden:
  1. Henricxke zal de loden goot tussen dit huis en het huis van de kerk in goede staat houden,
  2. Zij zal de heimuur tussen dit erfgoed en het erfgoed van de kerk in de volle lengte van het erfgoed op haar kosten rechtmaken, welke zijmuur en ook de heimuur tussen de 2 erfgoederen op kosten van Henricxke gerepareerd zal worden en de 2 heimuren zullen voortaan op beider kosten gezamelijk onderhouden worden.
  3. Het water dat komt vanaf het erfgoed van Jan Scheffer en van het erfgoed van de kerk zal Henricxke moeten leiden door een goot in de richting van de Thorenstraet, zoals dat nu ook geschiedt.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1473

1595 juni 12

  1. Aernt van Broegel, meester Herman Pelgrom ende Mathys vander Meer, als kerckmeesteren der
  2. kercken van Sint-Jan ... uuyt crachte
  3. der machten by hen byde stadt van Tshertogenbossche ... gegeven
  4. een huys, erve, hoff ende achterhuys off leyve met allen synen rechten ende
  5. toebehoorten genoempt De Drye Raucovels ende daer nu den verloren arbeyt uuythangt ... inde
  6. Kerckstraet ... opten hoeck vande Thorenstraet tussen den huyse, ende erve der voorseyde kercke ter eenre syden ende tussen de Thorenstraet
  7. ter andere syden, streckende vande voorseyde Kerckstraete totten erve der selver kercken, ... hebben sy wittelyck ende erffelyck
  8. vercoft Henricxken ... wedue Geerlincx Aertssen, wassenkersmaeckers ...
  9. aff sullen doen geheel uuytgenomen
  10. twee grontchynsen den eenen van drye stuvers sess denier ende den anderen van twee stuvers negen denier
  11. ... den hertoge van Brabant ...
  12. met dese nabescreven conditien ...
  13. dat de voerscreven Henricxken ... in goeden loffbaeren gereecke sall gehouden syn te onderhouden de looten
  14. gueten tussen dit voorseyde huys ende den huyse der kercken voorseyde liggende. Ende dat sy de heymuere tussen dese erffenisse
  15. ende den erve der kercke voorseyde ... op haeren cost voorts rechtuijt sal maecken ter lengde ende soo verre als dese erffenisse
  16. reyct, welcke voorseyde zydelmuere met oock de heymuere teynden dese erffenisse ende tussen den erve der kercken voorseyde wel
  17. ende loffbaerlyck gerepareert ende oggemact wesende byde voorseyde Henricxken ... sullen alsdan deselve twee heymueren
  18. voertsaen halff ende halff wesen te onderhouden ende gebruycken. Ende wateren comende vanden erve Jans Scheffer ende
  19. vanden erve der voorseyde kercke sall ... Henricxken coopersse moeten leyen door een zoeije oft goete ter Thorenstraet waert
  20. ... gelyck se tegenwoerdelyck haeren ganck ... hebben ...
  21. Getuygen ... schepenen inne Shartogenbossche Everardt die Borchgrave ende
  22. Peeter Pelgrom. Gegeven 12 juni 1595.
Zegels: beide licht beschadigd.
Nummer: 1473

1595 december 5

Miathys vander Meere en Rogier van Broechoven, schepenen in Shertogenbossche, oorkonden dat Apollonia Kersselaer, Jans dochter van Antwerpen, aan Johan van Campen, zoon van wijlen Arndt van Campen, raadsheer in Den Bosch, heeft overgedragen een huis, en erf met al haar rechten en afhankelijke goederen in de straat die loopt van de Hinthamer straet naar het convent van de zusters van Orthen aan de stenen brug aldaar tussen het erfgoed van Everart vanden Water, zoon van Jan vande Water, zoon van wijlen Everart vanden Water, aan een zijde en het gemeijn water stromende aan de andere zijde, welk huis met afhankelijke goederen was van heer en magister Goijvardt van Vlierden, priester en kanunnik in de Sint-Jan, en welk heer Andries van Hoesselt, priester en beneficiant van de Sint-Jan, als executor van het testament van heer en magister Cornelis Eijmberts, priester en kanunnik, aan Apollonia overgedragen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1151

1596 oktober 5

Godefridus Loeff en Rutgerus de Griensvenne, schepenen in Buscoducis, oorkonden dat Johannes, zoon van wijlen Egidius Diericxssen de Boxtel, aan Willelmus, zoon van wijlen Goeswinus, zoon van Willelmus de Jabeeck, voor zijn vruchtgebruik en en het vruchtgebruik van diens verwekte en nog te verwekken kinderen, beloofd had te betalen overeenkomstig het testament van Goeswinus de Jabeeck, vanaf het eerstvolgende feest van de Geboorte van Johannes de Doper 14 carolus gulden en het zelfde te doen op dit feest na 2, 3, 4, 5 en 6 jaren. Eveneens 214 carolus gulden op dit feest na 7 jaar met als onderpand zijn huis, erf, onbebouwd stuk grond en achterhuis met zijn rechten en afhankelijke goederen in de Hinthamerstraat tussen het erfgoed van Alardus Henrixssoen de Dommelen en een zekere tussenliggende weg aan een zijde en het erfgoed van Johannes vanden Borcht aan de andere zijde en later als onderpand al zijn goederen. Willelmus is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft daartoe gemachtigd door een postille van de schepenen van deze stad aan Jacobus Servaessen, kramer, 228 guldens, die tot nu toe niet betaald waren, overgedragen.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: Deze akte is gecancelleerd.
Nummer: 1474

1596 oktober 5

  1. Notum sit universis quod cum Johannes filius quondam Egidij Diericxssoen
  2. de Boxtel promisisset sub obligatione domus aree vacue her. domus posterioris cum
  3. suis iuribus et attinentijs ... in vico Hinthamensi inter her. Alardi Henrixssoen de
  4. Dommelen quadam via interiacente e.u.l. et inter her. Johannis vanden Borcht e.
  5. a.l. et ulterius ... super se et bona sua omnia ...
  6. Willelmo filio quondam Goeswini filij Willelmi de
  7. Jabeeck quoad eius usufructum et suis liberis procreatis et procreandis iuxta ...
  8. testamenti Goeswini de Jabeeck predicti ... quoad eorum ius her. 14
  9. ... carolus gulden ...
  10. a festo J.B. tunc proxime
  11. futuro ultra annum. Item 14 consimiles flor. a festo N.B.
  12. J.B. ultra duos annos. Item 14 ... a
  13. festo N.B.J.B. ultratres annos. Item 14
  14. ... a festo N.B.J.B. ultra 4
  15. annos. Item 14 ... a festo N.B.J.
  16. B. ultra 5 annos. Item 14 ...
  17. ultra 6 annos. Item 214 con
  18. similes florenos a festo N.B.J.B. ultra 7 annos ...
  19. 14 aug. 159
  20. 1. Constitutus igitur coram scabinis infrascriptis dictus Willelmus
  21. filius quondam Goeswini filij Willelmi de Jabeeck tamquam potens ...
  22. postille dominorum scab. huius opidi ...
  23. cuius apostille
  24. data 26 aug. ... novissime preterata ...
  25. 228 florenos adhuc insolutos restantes ...
  26. leg. supportavit Jacobo Servaessen institori ...
  27. Testes ... scabini in Buscoducis Godefridus Loeff et Rutgerus de Griensvenne.
  28. Datum 5 oktober 1596.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: De oorkonde is gecancelleerd.
Nummer: 1474

1596 december 11

Henrick van Hoorebeeck en Willem Oliviers, schepenen in sHertogenbossche, oorkonden dat Peeter Havens, Gerits soen, als gemachtigde van Lenart van Holzijt, burger van Luydick, verklaard heeft dat Reijner vanden Pere, nu geprofest in het klooster van de Kruisbroeders in Hoije, (Hoei), ten gunste van Lenart, zijn oom, op 29 september 1596 voor schepenen in Luydick een gift had gedaan en dat ten gevolge daarvan meester Goijaert Stooters van Enckevoirt, zoon van wijlen Peter Mathijs Stooters, afgelost heeft een erfcijns van 6 carolusgulden uit:
  1. een stenen huis, haar grond en de afhankelijke goederen, in de parochie Esche op de plaats Aende Raijdonck,
  2. een hoeve land bij dat stenen huis,
die aan Jan Ghijsselen, zoon van wijlen Willem Ghijsselen, toebehoorden, toen Quirijn van Heijnen, anders genoemd Belterbusche, aan Marijcke, dochter van wijlen Henrick van Spreugel, zoon van wijlen Henric van Spreugel, verver, op 16 juni 1536 deze cijns voor schepenen in sHertogenbossche overgedragen had.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1502

1597 juni 7

  1. Henricus Wouterssoen, Henricus Wouterssoen de Cueringen, magister Johannes Tijpouts et Johannes Jacobssoen tamquam magistri fabrice eccleise parochialis
  2. sancti Petri ... potentes ad infrascripta vigore certarum literarium Reverendissimi Domini Ghysberti Masij ...
  3. episcopus Buscoducis ... data
  4. 1597 juni 2 ., leg. et her. vendiderunt
  5. Petro Alartssoen de Herpen tamquam magistro trinici pauperum domesticorum finis vici Orthensi ... ad opus eiusdem trinici a.
  6. et h.c. 7 ... carolus gulden ...
  7. et pro primo solutionis termino in festo venerabilis Sacramenti proxime futuro ...
  8. ex sex cameris sub uno tecto
  9. sibi mutuo coadiacentibus cum omnibus suis iuris et attinentijs ad finem vici Orthensi retro predictam ecclesiam
  10. ... inter her. pastoris elusdeni ... ecclesie ... e.u.l. et inter communem viam ...
  11. e.a.l. tendendum a communi platea retrorsum ad aquam ibidem currentem ...
  12. Tali condi-
  13. cione annexa quod dicti magistri fabrice aut eorum successores dictum a. et h.c. redimere et acquitare
  14. potenint perpetue ... cum et mediante centum ... carolus gulden ...
  15. salvo quod ijdem magistri fabrice huiusmodi redemptionem per spacium dimidij anni leg. preintimabunt
  16. ... Testes ... scabini in Buscoducis Rutgerus de Griensvenne et Henricus de Hooren-
  17. Beeck. Datum 7 juni 1597.
Dorsaal: geen aantekening.
Zegels: beide ontbreken.
N.B.: oorkonde is geraseerd.
Nummer: 1758

1599 februari 19

Adriaen, zoon van meester Zeger Adriaenssen, en Henrick, Bartholomeus zoen, vander Elsfoert, schepenen in Shertogenbossche, oorkonden dat Philips Sanders, zoon van wijlen Jacob Sanders, en Gerit van Heessel aan Ghysbrecht van Hulst, schout van Schijndel en Middelrode, ten gunste van Vrouwe Maria, Vrouwe tot Sevenbergen, Heeswyck en Dinter, weduwe van heer Cornelis van Bergen, heer der genoemde heerlijkheden, en ten gunste van jonker Maximiliaen van Bergen, oudste zoon van Maximilaen en Maria, hadden overgedragen de windmolen in Schijnle bij Middelrode met het recht van gemaal van Schijnle en Berlicum en de watermolen tot Steen te Middelrode in de parochie Berlicum met haar gemaal, dwang, rechten en afhankelijke goederen en daaruit werd gereserveerd voor Lysbet, weduwe van Jacob Sanders, en haar kinderen jaarlijks een erfpacht van 5 mud rogge op voorwaarde dat deze 5 mud niet afgekocht konden worden en als onderpand zouden blijven houden deze molen, en dat uit deze 5 mud rogge een erfpacht van 4 mud roggen ten deel was gevallen aan de voogden van de kinderen van wijlen Janssoen van Colen en van wijlen Lysken, dochter van wijlen Jacob van Boesdonck en van wijlen Jaecxke, en dat daarna Henrick, zoon van wijlen Lambert Peterssen als wettige man van Margriet, enige erfgename van Henrick en Lysken, een erfpacht van 1 mud rogge had opgedragen aan Willem, zoon van wijlen Jacob Spoermaker, mesmaker. Willem is nu voor bovengenoemde schepenen verschenen en heeft aan Sander Jacopssen vander Boesdonck deze 1 mud rogge met de achterstallige pacht van 2 mud overgedragen.
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1764

1599 februari 19

Sint-Jansarchief

  1. Alsoo Philips Sanders, soone wijlen Jacobs Sanders, ende Gerit van Heesel, de wyntmolen, staende in den dorpe van
  2. Schijnle bij Middelrode, metten gemale van twee dorpen van Schijnle ende Berlicum, ende die watermolen tot Steen, gelegen tot Middelrode in de
  3. parochie van Berlicum, met haren gemale, bedwange, rechten ende toebehoorten, erffelicken opgedraegen hadde Ghijsbrechten van Hulst, schoutet
  4. der dorpen voorschreven, tot behoeff der Edele Waelgeboren vrou Marie, Vrouwe tot Sevenbergen tot Heeswijck ende Dinter, weduwe heer Cornelis van
  5. Bergen, Heere der heerlicheden voerschr., ende tot behoeff Joncker Maximiliaen van Berghen, outste zoone van Vrouwe Maria ende wijlen heer Cornelis
  6. van Bergen voerschr., ende onder andere daerinne uutgesteken ende gegroot te geldene Lysbetten, weduwe wijlen Jacob Sanders ende haeren kynderen jaerlicx
  7. vijff mudden roggen erffpachts, met condicie, dat dezelve vijff mudden roggen tot egheenen losse en zouden staen, maer blijven gaen uuyte voerschr.
  8. molen ende gemale totter tijt toe die voerschr. vrou Marie ende Joncke Maximiliaen oft haer hoeren oft naecomelingen, besitters van de voors
  9. molen, dezelve weduwe ende kynderen oft haere naecomelingen geassigneert ende bewezen zouden hebben op goede, sufficiënte onderpanden,
  10. bynnen dezer stadt van Den Bossche oft bynnen haer meyerije gelegen, andere goede vijff mudden roggen erffpachts, Bossche maten, gelijck
  11. in scepenenbrieffven der stadt van 's-Hertoenbossche, daeroP ende aff gemaeckt, breder begrepen staet, in date den sevenentwintichsten
  12. dach der maent meije, dondredaechs na den sondach als men singt in der kercken Exaudi, int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende
  13. twelffve. Ende alzoo daernae een mud roggen jaerlicx ende erffelicx pachts van vier mudden roggen jaerlicx ende erffelycx pachts
  14. in de voerschreven vijff mudden jaerljcx ende erffelycx pachts was onder andere te deel ende te loote gevallen den momboeren
  15. van den ombejaerden kynderen wijlen Henricx Janssoen van Colen, van denzelve Henricken ende wijlen Lysken zijnder huysvrouwe, dochter
  16. wijlen Jacobs van Boesdonck, van denzelven wijlen Jacoppen ende wijlen Jaecxken zijnder huysvrouwe tzamen verweckt, tot behoeff
  17. van denzelven kynderen, gelijck in scepenen-deylbrieffven deser stadt van Den Bosch van den goederen des voorgen. wijlen Jacops van
  18. Boesdonck ende Jaecxkens gemaeckt, breder scheen begrepen te zijn van der date den twelften dach der maent januarij anno
  19. vijftienhondert sevenentachtentich. Ende also daernae Henrick, zoone wijlen Lamberts Peterssen als wittich man ende
  20. momboer van Margrieten Zijne huysvrouwe, eenich levende kynt ende eenic erffgename wijlen Henricx Janssoen van Colen ende
  21. Lyskens zijnder huysvrouwe voorgenoempt, het voorschreven zijn een mud roggen erffpachts hadde wittelycken ende erffelycken
  22. opgedraegen ende overgegeven Willemen, zoone wijlen Jacop Spoermakers, mesmakere, geljck in andere scepenenbrieffven der stadt
  23. van 's-Hertoigenbossche daerop ende aff gemaeckt breder staet begreper wezende van der date den sevensten, dach der maent februarij
  24. int jaer ons Heeren duysent vijffhondert achtentnegentich. Soe is gestaen voor scepenen ondergeschreven de voorgenoempde
  25. Willem, soone wijlen Jacop Spoermakers, mesmakere, het vorschr. een mud roggen jaerlicx ende erffelycx pachts, heeft hij wittelick
  26. ende erffelijcken opgedraegen ende overgegeven Sanderen Jacobssen van der Boesdonck, tsamen mette voerschreven brieffven ende metten
  27. allen anderen brieffven daeraff mentionerende ende metten geheelen recht hem in de voerschreven brieffven ende den inhouden
  28. van dyen ennichsins competerende, ende met twee jaeren achterstels hieraff vervallen te Lichtmisse lestleden, gelijck hij seechde.
  29. Ende heeft helmelingen daerop vrtegen inne manieren inne dyen gewoonelick zijnde, geloovende de voerschreven Willem
  30. als schuldenaer principael onder verbant van zijnen persoon ende allen zijnen goederen, nu hebbende ende naemaels vercrijgende,
  31. dat hij 't voerschreven opdraegen, overgeven ende vertijden altijt vast, stedich ende van werden zall houden zonder ennich tegenseggen. Ende
  32. dat hij allen commer, calangie ende aentael van zijnentwegen int voerschr. een mud roggen jaerlycx ende erffelycx pachts voerschr.
  33. wezende ofte comende, den voorgenoempden Sanderen aff zall doen geheeljcken. Getuygen waeren hierover scepenen in
  34. 's-Hertoigenbossche, Adriaen, zoone meester Zeger Adriaenssen, ende Henrick Bartholomeuszn van der Elsfoert. Gegeven den
  35. negentienden dach der maent februarij int jaer ons Heeren duysent vijffhondert negenentnegentich.
Nummer: 1764

Een schepenakte van 1599

Onder de oorkonden van het oude St.Jansarchief te 's-Hertogenbosch bevindt zich een schepenakte van 19 februari 1599, die Berlicum, Middelrode en ook Heeswijk en Dinther betreft.
Hierin staat vermeld, dat Philips Sanders, zoon van Jacob, en Gerrit van Heessel, de windmolen in Schijndel nabij Middelrode met het recht van de twee dorpen Schijndel en Berlicum, om daar graan te malen, en de watermolen te Steen, gelegen onder Middelrode, met het recht om graan te malen en andere rechten, blijvend hadden overgedragen aan Gijsbrecht van Hulst, schout van de genoemde dorpen, ten behoeve van de Edele Welgeboren Vrouw Marie, Vrouwe van Zevenbergen, Heeswijk en Dinther, weduwe van Cornelis van Bergen, Heer van de voorschreven Heerlijkheden, en ten behoeve van Jonker Maximiliaan van Bergen, oudste zoon van Marie en Cornelis. In deze overdracht was de bepaling opgenomen, dat uit deze goederen aan Lysbet, weduwe van Jacob Sanders, en aan haar kinderen jaarlijks vijf mud rogge zouden moeten worden uitgekeerd, en dat dit zou moeten geschieden tot Vrouw Marie en Jonker Maximiliaan, of hun nakomelingen als bezitters van de beide molens en van de daaraan verbonden rechten, vijf mud rogge uit andere goede onderpanden zouden worden toegewezen. Dit alles was vastgelegd in de Bossche schepenbrief van 27 mei 1512.
Toen is daarna door loting een van vijf mud rogge ten deel gevallen aan de voogden van de minderjarige wezen van Henrik Janszoon van Colen en Lysken van Boesdonck, zoals in een schepenbrief van Den Bosch van 12 januari 1587 werd vastgelegd.
Daarna had Henrik, zoon van Lambert Peterssen, optredend als voogd voor zijn vrouw Margriet, enig nog levend kind en enige erfgename van Henrik Janszoon van Colen en Lysken, het ene mud rogge overgedragen aan Willem, zoon van wijlen Jacob Spoermakers, mesmaker, zoals in een weer andere schepenbrief van 7 februari 1598 staat vastgelegd. Gezien al het voorgaande is de genoemde Willem Spoermakers voor de schepenen van Den Bosch, Adriaan, zoon van Zeger Adriaansen, en Henrik Bartholomeuszoon van der Elsfoort, verschenen en heeft (en dit is de eigenlijke mededeling van de schepenakte van 19 februari 1599) de een mud rogge blijvend overgedragen aan Sander Jacobszoon van der Boesdonck, tesamen met alle brieven die daarop betrekking hebben, en de achterstallige schuld van twee mud rogge, die laatstleden Lichtmis waren vervallen. Hij heeft dat op de toen gebruikelijke manier gedaan met alle nodige toezeggingen en verplichtingen.
G.M. van der Velden o.praem.
Nummer: 1764

1600 januari 4

Herman van Huemen en Willem Oliviers, schepenen in Shertogenbossche, oorkonden dat Peeter, zoon van wijlen Anthonis, Willems soen van Gemert, aan meester Reyner Colve, priester, heeft overgedragen bij wijze van ruil met een huis van heer Reyner in de Corte Kerckstraet een huis, erf, hof, achterhuis en poort met alle rechten en afhankelijke goederen in de Hinthamerstraet tegenover het Heilig Kruis op de plaats die leidt naar de woning van de pater van het convent van de Zusters van Orthen tussen het erfgoed van dat convent aan een zijde en tussen de Diese en het erfgoed van heer en meester Cornelis Eymberts, priester en kanunnik van de Sint-Jan, aan de andere zijde, en vanaf die straat tot aan het erfgoed van het huis van de Onze Lieve Vrouwebroederschap, welk laatste huis met afhankelijke goederen Willem, Henricxs soen, van Vechel aan Peeter had overgedragen op 8 februari 1596.
Dorsaal: Veste vanden huijse Inden Boeren Mouwe 1596 (sic !)
Zegels: beide ontbreken.
Nummer: 1503